[Zon, Petrus de Wakker van]
ZON (Petrus de Wakker van), ook de Wacker van Son geschreven, was geb. te Amsterdam 9 Aug. 1758, uit het huwelijk van Hendrik van Z. en Anna Susanna van Hollebeek, en overl. te 's Gravenhage 5 Dec. 1818. Hij studeerde te Leiden in de rechten (ingeschr. 1776), zonder zijne studiën te voltooien. Al werd hij door tijdgenooten Mr. en Baron genoemd, toch was hij niet gepromoveerd en evenmin van adel. Wel werd hij, reeds bijna aan het eind van zijn avontuurlijk leven, in 1816, tot secretaris van den Hoogen Adel benoemd. In Oct. 1783 was Wakker van Zon te Utrecht in het huwelijk getreden met eene Falck (?). In deze stad was hij geruimen tijd woonachtig als hoofdredacteur van een aldaar verschijnend blad Janus. Zijn laatste levensjaren schijnt hij te hebben gesleten op de ‘Zuideras’, onder Vorden.
Als zijn eerste geschrift wordt aangemerkt De Adel, onder den schuilnaam Anonymus Belga in het licht gezonden (1786). Daarna verscheen: Eerste cateru uit mijn zakboek, of Aantekeningen van eenen burger aan de grenzen van Holland (1792). Eenige jaren later: Felix en Louise, of de Ouderliefde. Treurspel naar het Fransch (1799). In 1805 begon hij, onder het pseudoniem Bruno Daalberg, op te treden met twee romans, vol van hekelend vernuft en geestige, doch ook platte en onkiesche boert, t.w.: Willems Hups, eene anecdote uit de 17de eeuw, ongeloofelijk zelfs in de onze (1805) en Twee-en-dertig woorden, of De les van Kotzebue, 2 dln. (ibid., bij herhaling herdrukt. Voor zijn besten roman wordt gehouden: De Steenbergsche familie, in 4 dln. (1806-09). Minder gewild was zijn naar aanleiding van de Lectuur bij het Ontbijt en de Thetafel van den oud-hoogleeraar der Remonstranten Paulus van Hemert geschreven: Nog wat lectuur bij het Ontbijt en de Thetafel van den heer professor v. Hemert (1806-07). Verder gaf hij nog: De Overijsselsche predikantsdochter, in 3 dln. (1817); Jan Perfect, of de weg der volmaking, vertoond in het leven en de lotgevallen van eenen wijsgeer, 2 dln. (1817; 2de dr. 1834), en Nieuwe Bijdragen tot de geschiedenis der Kruisvaarten, in hare betrekking tot ons Vaderland (1819). Van vroegeren datum zijn: De Prullemand, een weekblad dat maar kort heeft bestaan (1805) en Apollo, in komische vertoogen (1805).
Zie: van Kampen, Bekn. Gesch. der letteren en wetensch. in de Nederlanden, II, 272; Alg. Konst- en Letterbode 1818, II, 436; Jonckbloet, Gesch. Ned. Letterk. V, 282-284; Van Doorninck, Anon. en Pseud.; Kalff,