Haer huwde, die in het kraambed bezweek, weten wij door Yvon. Dat deze huwelijken te Herford ‘clandestinement’ gesloten werden, slaat op de Labadie's prediking van de wettigheid der verbintenis, als zij in het midden der broeders werd aangegaan. Op aandringen van prinses Elisabeth werden ze burgerlijk bevestigd. Juni 1672 gingen de labadisten naar Altona, waar de Labadie 13 Febr. 1674 overleed. Yvon werd toen hun leider en hij voerde hen naar Wieuwerd bij Bozum in Baarderadeel, waar zij zich vestigden op Walthastate. Hier heeft de huisgemeente, als een soort van godsdienstig-communistische gemeenschap, beter misschien nog als een labadistisch Windesheim, eene korte poos gebloeid. Van hun geestestoestand, van hun ekstatisch sterven en mystiek verlangen om Jezus te omhelzen verhaalt Yvon in zijn Fidelle narré, 1683, dat zelfs Heppe nooit zag, dat Goeters kende en waarvan de Thysiana een zeldzaam exemplaar bezit. Met talent schildert Yvon de mystieke aandoeningen der geloovigen als b.v. van Elisabeth Sluyter .. ‘tellement en amour de Dieu et de Jésus Christ qu'on la voyait s'écouler comme toute en Luy et brûler à vue d'oeuil de ses divines flammes ..’ (20 ss.); ook voor de geschiedenis der geneeskunde bevat het niet weinig materiaal (105, 189 ss., 211 s., 215, 218 s., 255, 270, 294). Eigenlijk lastig gevallen zijn de labadisten niet; over den wensch der kerkelijken om Yvon te doen verbannen uit ‘Vrieslants palen’ Acta Zuid Holland, uitg. Knuttel V 96. Tegen het einde der eeuw trad het verval in. Van Deventers uittreden uit de gemeenschap, 1688, verhaastte de ontbinding, zij werden niet langer gevreesd, reeds in 1680 besloot de synode van Rotterdam het
artikel ‘labadisten’ voortaan uit de Acta te schrappen (Acta Z. Holl., uitg. Knuttel, V 314). Yvon stierf 1707, de laatste dergenen, die de Labadie nog gekend hadden.
Zie: de literatuur over de Labadie boven II 746.
Wat Yvon's geschriften aangaat, de optelling van Glasius, Godg. Ned., III 637 vlg. is onvolledig. Men voege daar bij Yvon's Leere van den heiligen doop (reeds genoemd); Het heylige voor de heyligen, ook uit het fransch, 1687, door ‘Petrus Yvon, herder der gereformeerde en van de werelt afgezonderde gemeynte tegenwoordig ten deele vergadert te Wieuwert in Vrieslant’; La voie au ciel ou traité de la prière, 1683, 2 tom. van veel belang voor de kennis der labadistische