[Ijsselstein, Christoffel van]
IJSSELSTEIN (Christoffel van) bastaard van Willem van Egmond, heer van IJsselstein. Hij was in 1581 nog in leven. Volgens Van Leeuwen, Bat. Ill. 950 is hij in dienst van koning Hendrik IV van Frankrijk overleden (1593). Hij onderteekende het verbond der edelen en sloot zich aan bij den opstand tegen Spanje. Hij behoorde tot degenen, die zich met prins Willem van Oranje verbonden, om in 1570 en 1572 pogingen aan te wenden tot het afwerpen der vreemde overheersching. Hij was gouverneur van verscheiden plaatsen, nl. Heusden, Venlo en Geertruidenberg (van de laatste stad in 1574). Toen de Staten van Holland met de stad Amsterdam onderhandelden over de satisfactie, werd hij als kolonel over zes vendels uitgezonden om de stad te helpen insluiten (Jan. 1758). Vervolgens werd hij met zijn krijgsvolk door de Staten in dienst gehouden in den oorlog tegen Don Jan van Oostenrijk. In Aug. 1581 deed hij op eigen gezag met een aantal vendels, te zamen 900 man voetknechten en 120 ruiters, eene poging om zich van Goor meester te maken. Hij werd echter door Marten Schenk van Nijdeggen in zijne stelling ingesloten. De troepen, die door den Prins van Oranje tot ontzet werden gezonden, kwamen te laat, daar de soldaten Van IJsselstein en de andere officieren aan Schenk uitleverden, terwijl zij zelf vrij mochten wegtrekken onder belofte van in drie maanden niets tegen Spanje te ondernemen. Van IJsselstein schijnt echter weder vrijgekomen te zijn en later nog in Frankrijk gestreden te hebben.
Hij was gehuwd met Magdalena van Alendorp en had drie zoons, wier namen niet vermeld worden.
Zie: Van Leeuwen, Batavia Ill. 950; Ferwerda I 2 II 1,; Bor, Ned. Oorl. boek XI 313 (910), XII 3 (921), 23 (949), XVI 41 (285) vg.; Van Meteren, Ned. Gesch. III 59; Wagenaar, Vad. Hist. VI 125, VIII 196.
Haak