Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

[Wiekevorst, Jan]

WIEKEVORST (Jan) geb. te Beets 1553 overl. in het klooster Keizersbosch te Neer bij Roermond 13 Apr. 1636, was norbertijn der abdij Averbode, waar hij 17 Mei 1575 was geprofest. Priester gewijd 1578, werd hij eerst supprior en daarna prior. Terwijl hij het ambt van prior bekleedde, bestuurde hij tijdens het openstaan van den abtszetel 1588-1591 de abdij als administrator. Met raad en daad stond de prior Jan Wiekevorst zijn abt Math. Valentijns, 1591-1636, bij het herstellen der abdij, die gedurende de ongelukkige oorlogstijden zoozeer had geleden, gedeeltelijk was afgebrand en waar vele voorschriften van den regel verwaarloosd waren. Van prior werd Wiekevorst benoemd tot pastoor te Koersel. 1593 werd hij uit zijne pastorij door een bende geuzensoldaten weggevoerd en eerst na een losgeld van 300 gulden losgelaten. Kort daarna

[p. 1121]

werd hij in de pastorij Soetendaal wederom gevangen genomen, doch kreeg zijne vrijheid weer voor 90 gulden. Toen de abt van Averbode het nonnenklooster Keizersbosch wilde hervormen, riep hij Wiekevorst te hulp. Deze slaagde er in de voorschriften van den abt te doen uitvoeren. De nonnen, uitsluitend uit den adel en gesteund door machtige bloedverwanten, leefden op weinig kloosterlijke wijze, zorgend elk voor eigen onderhoud. De inkomsten, gebouwen, alles was verwaarloosd. De hervormingsplannen 1598 en 1605 mislukt, werden 1608 niet zonder heftigen tegenstand uitgevoerd. 1615 werden de weerspannige nonnen verwijderd en vervangen door zusters van het klooster der orde te Gempe. Als nieuwelingen werden niet adellijke toegelaten, waarna het klooster in bloei toenam, zoodat proost Wiekevorst 1629 naar andere kloosters zijne nonnen ter herstel der tucht kon zenden.

Wiekevorst, overleden in Keizersbosch, werd in de kloosterkerk voor het hoofdaltaar begraven.

Zie: De Norbertyner-abdij Averbode (Averb. 1921) 159, 162, 166, 173; Catalogus fratrum in Archief Averbode.

Fruytier