de publieke dienst tusschen Amsterdam, 's Gravenhage, Rotterdam, Dordrecht en Breda onderling en met België worden geopend, in 1853 volgden de verbindingen Amsterdam - Utrecht - Arnhem - Pruisen en Utrecht - Gorinchem - Breda, in 1854 Arnhem - Zwolle - Groningen, Arnhem - Maastricht, Utrecht - 's Hertogenbosch en Breda - Vlissingen. Op het eind van 1857 waren alle belangrijke plaatsen in Nederland onderling en met het buitenland telegrafisch verbonden. Van den aanvang af geschiedde de Rijks aanleg met Morse-toestellen en bovengrondsche geleidingen.
Inmiddels vond Wenckebach nog den tijd om in opdracht van den minister van Koloniën de uitzending op zich te nemen van benoodigdheden voor den telegraafaanleg op Java en den onderzeeschen telegraafkabel Batavia-Singapore.
In 1864 werd hij door eene ernstige kwaal aangetast, die langzamerhand zijne werkzaamheden al meer belemmerde en zijne krachten sloopte en hem ten slotte noodzaakte, zijne betrekking neder te leggen. Bij Koninklijk besluit van 23 Dec. 1870 werd hij met ingang van 1 Jan. 1871 op zijn verzoek eervol ontslagen.
Hij huwde M.G.E. Cornelissen, bij wie hij drie zonen en eene dochter had.
Hij werd in 1851 lid van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van wetenschappen en in 1861 lid van het Bataafsch Genootschap van proefondervindelijke wijsbegeerte.
Men heeft van hem: De magneto-electrische telegraaf van Gauss en Steinheil, voor het Nederlandsche publiek beschreven, 's Gravenh. 1838; Over het boren van een artesischen put te Amsterdam, Not. K.I st. v. Ingenieurs 1848-9, 123; Over lasschen en isoleeren van telegraafdraden, in id. 1849-50, 147; Nota (met G. van Diesen) over de Russische telegrafen, in id. 1852-3, 116; Het electro-chemische schrijftoestel voor telegrafie in Oostenrijk van Dr. W. Zinte, in id. 1853-4, 47; Over het gelijktijdig seinen langs een enkelen telegraafdraad, in id. 1853-4, 47, 1854-5, 175, 1855-6, 107 en 1856-7, 27; Over gegalvaniseerde geta-pertja voor telegraafdraden, in id. 1854-5, 73; De telegraaf van Morse, voor geinduceerde stroomen ingericht door Siemens en Halske, in id. 1856-7, 122; de magneto-electrische wijzertelegraaf van Siemens en Halske, in id. 1856-7, 124; Over het bepalen der plaats van storingen in telegraaflijnen, in id. 1857-8, 154; Over het leggen van een onderzeeschen telegraaf tusschen Batavia en Singapore, in verh. K. Inst. v. Ing. 1858-9, 54; Rapport over de keus, vervaardiging en beproeving van den telegraafkabel Batavia-Singapore, in id. 1869-60, 54; Over telegraafdraden van A. Kieffer van gom-elastiek voor onderaardsch en onderzeesch gebruik, in Not. K. Inst. v. Ing. 1861-2, 164 en 1862-3, 5; Die Telegraphenleitungen unter Wasser und unter der Erde in Königreich der Niederlande, in Zeitschrift des Deutsch-Oesterreichischen Telegraphen-Vereins 1857; Vereinfachter Ueberträger, in id. 1858; die telegraphischen Zeitsignale in den Niederlanden, in id. 1859; Het maken en beproeven van kabels, in
jaarboekje voor telegraphie 1860; Een galvanomeler voor kabelbeproevingen, in id. 1861; Schets der telegraafinrichting van Hughes, in Tijdschrift voor telegraphie en aanverwante wetenschappen 1861; De telegraaf van Cavelli, in id.; Over relais, voorzien van weerstand, te regelen naar de lengte der lijn, in id. 1862; Iets over magneto-electrische uurwerken, in id.; Over het dubbelseinen tusschen Amsterdam en Brussel met de beschrijving der toestellen, in id.; Een automatische sleutel, in id. 1866-7; C.A.