[Vitringa, Horatius Wigeri]
VITRINGA (Horatius Wigeri), in 1631 te Leeuwarden geboren., was de zoon van Wiger Wigers V. en Grietje Hotzes (Margaretha Horatius). Hij werd al vroeg klerk bij een raadsheer, vervolgens beambte bij 't Provinciaal gerechtshof van Friesland, en in 1649 eerste deurwaarder ‘Van de Kamer in den Rade van Friesland’, terwijl hij in 1688 substituut-griffier of secretaris van 't Hof van Friesland werd, waarvan hij in 1692 afstand deed ten behoeve van zijn zoon Martinus. Ook was hij ouderling, schepen en rentmeester van geestelijke goederen. Hij was de eerste auteur van de Naamrol der Raden in het hof van Friesland, die in handschr. menigvuldig voorkomt en met vermeerderingen door den raadsheer E.M. van Burmania (anoniem) is uitgegeven (Leeuw. 1742). Deze naamrol vindt men ook in zijne Annotatien van eenige aanmerkingsweerdige dingen zoo in als buiten de prov. Friesl. in de tijd van 20 jaren voorgevallen, beginnende met de jaren 1657 en eindigende met den jare 1676 incluis. 3 dln. I van 1657-1671; II van 1672-1676; dl. III bevat de maandelijksche annotatiën over 1696 en 't begin van 1697. Dit handschr. is in 't bezit van het Prov. Friesch Genootschap.
Hor. Vitringa huwde in 1656 met Albertje de Haen, dochter van Kempe de Haen, bode of deurwaarder van den Hove. Zij werd moeder van vier zonen: Wiger in 1658, Kempe in 1659, Marten in 1660, Horatius in 1661 geb., en van ééne dochter Anna. Zijn tweede vrouw Idske Raavens, schonk hem een