Lydia Sappius, 27 Juli 1782, dochter van Jacobus, predt. te Oudbeijerland, uit welk huwelijk althans zes dochters en een zoon.
Hij gaf eene leerrede uit ter gelegenheid van de in 1789 te Rotterdam grasseerende kinderziekte, eene andere, uitgesproken te Vlaardingen 4 April 1781, eene andere, uitgesproken te Vlaardingen 4 April 1781, op den dankdag bij de behouden terugkeer der visschersvloot na den met Engeland uitgebroken oorlog.
Prenten door C.H. Hodges, onbekende.
Zie: van Harderwijk, Naamlijst 102; Croese, Kerkel. Reg. 468; Ypey, Krist. Kerk 18de eeuw II 93; L. Knappert, Gesch. N.H.K. II, 186, 195, 223 vlg.; Glasius, Gesch. Chr. K. in Nederl., III 183 vlg.; Ypey en Dermout, Gesch. Ned. Herv. Kerk IV, 384-406; van Alphen, Nieuw Kerkel. Handb. 1910, bijl. S. 167; Ypey en Dermout, a.w., IV, aantt. 30 blz. 30 noemen als bron voor de kennis der geschiedenis van de afgezette predikanten o.a. Christianus Sincerus, Brieven behelzende eene volledige en nauwkeurige opgave van al de stukken enz. Ik heb ze niet kunnen te zien krijgen. Ze zijn niet van den bekenden predikant Sprenger van Eyk, wiens schuilnaam ook Sincerus was.
L. Knappert