[Velde, Abraham van de]
VELDE (Abraham van de), zoon van Abraham van de Velde, geb. in 1614, was in 1640 predikant te Zevenhoven, hetzelfde jaar te Schoonhoven en in 1651 te Utrecht. In de kwestie van de kapittelgoederen te Utrecht had hij zich zoo heftig tegen de gestelde machten betoond, dat de utrechtsche raad hem den 19. Juli 1660 als predikant afzette en hem uit de stad verbande. In 1661 aanvaardde hij het beroep naar Arnemuiden, in 1663 dat van Middelburg, waar hij tot zijn dood op 7 Juni 1677 heeft gestaan. Op verzoek van Willem III werd zijn vonnis in 1675 door den raad van Utrecht gecasseerd. Hij gaf uit De wonderen des Allerhoogsten, ofte Aanwijzinge van de oorzaken, wegen en middelen, waardoor de Geünieerde Provinciën uyt hare vorige onderdrukkinge zoo wonderbaarlijk .... zijn verheven (1668, 8o).
Zie: de Wind, Bibl. der Ned. geschiedschr. Aanh. 6 vlg.
Brugmans