[Vandenesse, Jacques]
VANDENESSE (Jacques), geb. in Franche Comté 1533, gest. na 1571. Hij was uit een bourgondische familie, die sedert hertogin Maria in hofdienst was. Zijn vader, Jean, was door Karel V 1524 in den adelstand verheven. Hijzelf diende als kamerdienaar bij Philips II sedert 1554 en genoot diens vertrouwen, huwde met de gentsche Philippota Gruten, die hij 1562 in het gevolg van den uit Spanje terugkeerenden Montigny bezocht. Hij stond toen twee jaren lang in intieme persoonlijke betrekking met de tegen Granvelle optredende Grooten, die hem zeer in hun vertrouwen namen. Na zijn terugkeer naar Spanje (1564) bleef hij met hen in briefwisseling en was waarschijnlijk degene, die hun voor geld afschriften bezorgde van de geheime brieven van Margaretha van Parma e.a. aan den Koning. Daarvan verdacht, werd hij Sept. 1567 te Segovia gevangen gezet; zijn proces voor den Bloedraad en zijn verhooren te Segovia leverden echter geen overtuigend bewijs en hij werd 1571 door den Koning begenadigd met verbod evenwel om naar Franche Comté of de Nederlanden te gaan. Hij stierf waarschijnlijk in Spanje.
Vgl. over hem: Gachard, Collection de voyages II, XIV suiv.; Corresp. de Granvelle III, 56, 143, 324, 332, 351, 371; Corresp. de Phil. II, I, 410, 473; Pontus Payen, Mémoires 119.
Blok