Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

[Thadeus]

THADEUS, abt der Cisterciënserabdij Klaarkamp, bestuurde geruimen tijd het klooster. Hij komt voor als abt in oorkonden van 1408 en 23. Als abt van Klaarkamp was hij het hoofd der Cisterciënserkloosters in Friesland en stond als zoodanig den hervormer der kloosters Boinghus (IV kol. 190) bij om de Cisterciënserabdijen uit hun verval op te heffen. Door het generaal-kapittel was hij met dezen aangesteld als visitator, corrector en reformator over alle klooster in Friesland, 1409. Waarschijnlijk was, voordat abt Thadeus

[p. 905]

het bestuur in handen kreeg, in Klaarkamp orde en tucht hersteld. 1404 of 05 was de abt van Bloemkamp door den vaderabt van Klaarkamp afgezet en een monnik van Klaarkamp Dodo Feitema (IV kol. 599) in zijn plaats gesteld, die de abdij geheel hervormde, en de oorlogzuchtige conserven liet uitsterven en de uithoven door hen bewoond verhuurde. 1412 keurde abt Thadeus de verhuring van Oegaklooster, een der grootste uithoven van Bloemkamp, aan de zusters Franciscanessen goed. De bloei der abdij Klaarkamp bezorgde haar ook nieuwe begunstigers; door schenking kwam abt Thadeus in bezit van het Sierdsmagoed, state te Birdaard, toch niet zonder tegenspraak der erfgenamen, die scheidsrechters elschten om een uitspraak te doen. Dezen beslisten bijna geheel ten voordeele van abt en klooster 1421, 1428. Abt Thadeus bekrachtigde 1 Febr. 1422 het vredesverdrag der Friezen met Groningen en hangt er met de andere Friesche abten zijn zegel aan. 5 Juni 1421 doet ‘her Thadeus bi der gnade godis abbet to Clarocamp’ kond, dat hij met verlof van zijn konvent veenlanden geeft aan het nonnenklooster Nazareth O. Cist. 27 Mei 1423 komt de abt het laatst bij name voor in het testament van Duco Omama, commensaal van den abt, die en abt en klooster goed bedacht.

Zie: Charterboek van Vriesland I, 401, 435, 458; Worp v. Thabor, Kronyken 67; Archief Aartsb. Utrecht XXIX, 178, 223.

Fruytier