[Tetar Van Elven, Henri Louis]
TETAR VAN ELVEN (Henri Louis), stenograaf- en letterkundige, geb. te Rotterdam 11 Juli 1782, overl. te 's Gravenhage 13 Mei 1855. Van zijn opleiding is weinig bekend. Tijdens de inlijving van ons land bij het fransche keizerrijk was hij ambtenaar bij het keizerlijk bewind, o.a. redacteur van meer dan een fransch dagblad. In 1817 werd hij griffier bij het militair gerechtshof te Antwerpen, tien jaar later ambtenaar bij den waterstaat te Brussel, vanwaar hij tijdens de onlusten van 1830 overgeplaatst werd naar den dominialen dienst bij het amortisatie-syndicaat te Amsterdam. Na hier elf jaar werkzaam geweest te zijn, werd hij in 1841 bij de afdeeling waterstaat aan het departement van Binnenlandsche Zaken in den Haag geplaatst. In 1849 werd hij, als commies bij den dienst der nederl. Staatscourant, belast met de invoering der stenographie of snelschrijfkunst ten behoeve van de verslagen der handelingen in de beide Kamers Staten-Generaal.
Van Elven had zich n.l. den laatsten tijd met veel succes toegelegd op de beoefening dezer kunst, had daarvoor zelfs een eigen stelsel van snelschrift ontworpen, dat destijds grooten bijval vond. Later is het meer dan eens verbeterd, door Gabelsberger, Stolze, Wery, Steger e.a.
Na de grondwetsherziening van 1848, toen de parlementaire beraadslagingen in de Kamers der Staten-generaal in belangrijkheid toenamen en een meer volledige publiciteit dier besprekingen gevorderd werd, deed zich de behoefte aan stenographische verslagen ook in ons land meer en meer gevoelen. Thorbecke zelf sprak het in de Tweede Kamer aldus uit: ‘Openbaarheid, volledige en onverwijlde openbaarheid behoort tot het wezen van den constitutioneelen regeeringsvorm. Elk woord dat in de vergaderzaal der volksvertegenwoordigers wordt uitgesproken, moet aanstonds worden opgevangen, door de drukpers algemeen gemaakt en binnen den kortsten tijd door ieder burger van den staat gelezen kunnen worden.’ In een Kamerzitting van 27 Apr. 1849 werd de wensch geuit dat telkens een volledig en juist verslag van de handelingen der Statengeneraal mocht worden openbaar gemaakt, en wel binnen 24 uren na het eindigen van elke zitting, een wensch die niet anders te vervullen was, dan door de invoering der stenographie.
Aan Petar van Elven nu komt de eer toe de stenographie ten bate van de Kamerverslagen in ons land te hebben ingevoerd. Weldra droeg de regeering aan hem de opleiding van toekomstige stenografen op, en het duurde niet lang of een achttal zijner leerlingen werden bij de beide Kamers Stat.-Gen. in dienst gesteld. Sedert 1 Jan. 1850 is te onzent een vast corps stenografen in beide Kamers werkzaam, onder toezicht van een commissie uit en door die Kamers benoemd.
Van Elven was in zijn tijd ook als letterkundige bekend. Men heeft van hem onder meer: De godsdienst in drie zangen (1846); Een blik in het leven van Koning II (1849), en De geleerde vrouwen. Blijspel in 3 bedrijven. Naar het Fransch van Molière (1850).
Hij was gehuwd met Dorothea Carolina de Hosson, die hem vier zonen schonk, Martin Gerard, Johan Baptist, Charles en Paul Constantin Dominique, allen als schilder, graveur en bouwmeester bekend.
Zie: Nieuwenhuis' Woordenboek v. kunsten en