Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 898]
| |
stad tal van regeeringsposten als: Raad 1606-7, 1610-11; Schepen 1619-20; Thesaurier 1616-21, 1627-30; Burgemeester der Gemeente 1621-24, 1634-36, 1643; Weesmeester 1614-15, 1620-21, 1629-30, 1635-36. Voorts was hij bewindhebber der W.I. Comp., gecommitteerd ter Staten-Generaal 1637-39, Gecommitteerde Raad van Holland 1631-34, 1639-42. Hij werd in verschillende commissiën gebruikt, o.a. in Mei 1632, toen hij met van Weede van wege de Staten naar Middelburg gezonden werd, waar men niet tevreden was met de benoeming van den heer van Dorp tot luitenant-admiraal door den prins. Ook was hij gecommitteerd bij de vredesonderhandelingen in 1633. Nadat hij 14 Maart 1643 opnieuw tot burgemeester der gemeente gekozen was, overleed hij reeds den 22 d.a.v. Anthonis Repelaer heeren Hugo's zoon nam tot de verkiezing van nieuwe burgemeesters op 16 April 1643 het ambt waar. Den 29. Maart werd de overledene ‘met groot en heerlijk gevolg ter aarden gebracht,’ d.w.z. in het bijzijn van gilden, schutterijen, dienaren, verwanten, regeeringsleden, enz. meer dan drie honderd menschen, die ‘ter lijkstatie medegingen,’ behalve de duizenden toeschouwers. Hij werd begraven in de Groote kerk in de St. Barbara of Teresteynskapel. De grafzerk met afgehakte wapens en opschrift is nog aanwezig, maar het marmeren monument met borstbeeld van Teresteyn en eenige opschriften, niet meer. Van Teresteyn was 26 Sept. 1604 gehuwd met Anneken Lieven Woutersz dr. van Wezel geboortig, maar liet geen kinderen na. Zie: Balen, Beschr. van Dordr. 95, 879, Aitzema I, 1241; Scheltema, Staatk. Nederl., Schotel, Keizerl. Stadh. en Kon. bezoek in de Gr. kerk, van Gijn, Dordracum Illustratum 1269, 1385, 1386. van Dalen |
|