Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 885]
| |
22 Nov. 1603 ontvanger-generaal van Zeeland, is 3 maal getrouwd geweest: 1. met Clara Cau, dochter van Bartholomeus Cau, burgemeester van Zierikzee en Anna de Huybert. 2. met Helena van Zuydland van Tholen. 3. met Suzanna Resen van Bergen-op-Zoom. Zijn dochter Clara (bij 2) trouwt met Paulus van de Perre, (boven 489) schepen, raadpensionaris en burgemeester (1644-'50) van Middelburg, en 1651-'52 ambassadeur naar Engeland. Hun dochter Suzanna v.d.P. trouwt met Adriaen van Borssele van der Hooghe, raadsheer van het hof van Vlaanderen, burgemeester van Middelburg en raadsheer van den Hoogen Raad. Naast zijn broer Willem (kol. 890) is Eeuwoud T. de eerste vertegenwoordiger van het zeeuwsche piëtisme. Hij is een zeer godsdienstig man met veel belangstelling voor de kerk en wat daarmee samenhangt. In Middelburg wordt hij 1607 ouderling van de Hervormde gemeente; in 1613 wordt hij als zoodanig herkozen. Hij heeft dus tegelijk met zijn broer werkzaam kunnen zijn in deze gemeente. Evenals deze laatste betreurt hij ten zeerste de felle kerkelijke twisten en maant tot vrede. Kerk en volk kunnen alleen gered worden door innerlijke hervorming en een godzalig leven. In dezen geest geeft hij eenige geschriften uit onder den schuilnaam Ireneus Philaletus (zie H.C. Rogge: Bibliotheek der contra-Remonstrantsche geschriften blz. 236-238). Voetius noemt hem ergens ‘eximius et pius politicus; in scripturis si quisquam potentissimus; vir qui multos theologos docere potuit.’ Doch niet alleen door zijn geschriften heeft hij invloed geoefend - in zijn naaste omgeving zal zeer veel zijn uitgegaan van zijn persoonlijk voorbeeld. Willem zegt van hem (opdracht vóór Noordsterre, aenwijsende De rechte streecke Van de waere Godtsaligheyt) dat hij is ‘godsaligh’ en van ‘Gode gheleert, de weerelt te verachten, al ist schoon dat deselve ons toelacht, een levendigh exempel ghevende in syn daghelicx bedrijff dat men kan in de weerelt leven, oock de dinghen des weerelts overvloedich aen de handt hebben, ende die nochtans ghebruycken als niet ghebruyckende’. Hij is .... ‘gheleert, de weerdicheyt Christi, d'eere Gods, de stichtinghe zynes volcx .... meer te achten dan alle de tijdelicke nutticheydt der sonde’. Beide broers sterven in het zelfde jaar 1629. Prent door L. Vorsterman. Zie: hieronder bij Willem. Verder: Goeters, Die Vorbereitung des Pielismus etc. van Nieuwenhuyzen |
|