T.
[Tack, Tak, Joan, Ramus]
TACK (Tak, Joan, Ramus), meer onder dezen latijnschen naam bekend, geb. te Goes 28 Febr. 1535, overl. te Dôle in Frankrijk 25 Nov. 1578 was doctor en leeraar in de rechten aan verschillende universiteiten. Weinig is van zijne jeugd bekend. Op 20-jarigen leeftijd begon hij reeds te Weenen onderricht te geven in de rhetorica en de Grieksche taal. Ter zelfder tijd studeerde hij in de rechten: hij verliet Weenen en Duitschland en kwam te Leuven, waar hij 3 Oct. 1559 tot doctor in de beide rechten promoveerde. Het volgend jaar werden hem de lessen in de Instituten toevertrouwd. 1562 vertrok hij naar Douai, waar hij gedurende drie jaren optrad als professor in de Rechten aan de nieuwe universiteit, gesticht door Philips II. De Staten van Brabant boden hem tegen een hoog jaargeld te Leuven een leerstoel aan, dien hij aannam. Met veel ophef getuigden zijne toehoorders over de practische methode der lessen van den welsprekenden professor, die zeer ervaren was in het natuurrecht en oudheidkunde. De troebelen en treurige toestand in Leuven (1578) deden Ramus besluiten de stad te verlaten en het aanbod van een professoraat aan de universiteit te Dôle te aanvaarden. Hij overleed in die stad, voordat hij zijne lessen begon, slechts 43 jaar oud. Ramus met zijn collega Joh. Molinaeus keurde de oprichting der nieuwe bisdommen af in het advies, dat zij gaven en door Philips II aan de leuvensche universiteit gevraagd was, 1562. Hij was ook een der vijf professoren in de Rechten, die, geraadpleegd over de Pacificatie van Gent, deze goedkeurden. Zij onderwierpen hun advies aan de goedkeuring van Rome. Hij was gehuwd met Adelaide Govaerts (overl. 3 Augustus 1613) en liet twee kinderen na: Jan, geb. te Leuven Mei 1566, en
Catherine, geb. Jan. 1570. Verschillende werken van Ramus zijn gedrukt. Het zijn vertalingen van grieksche verzen in het latijn, eenige latijnsche verzen, De Gestis Archiducum Austriae, tijdens zijn verblijf te Weenen en eenige werkjes over het recht tijdens zijn verblijf te Leuven. Valerius Andreas deed 1641 en 1652 nog een tweetal zijner werkjes drukken. Een vijftal handschriften werden bewaard bij den schepen van Leuven, M. Baalmans, ten tijde van Paquot, die uitvoerig de titels zoowel der gedrukte als niet gedrukte werken opgeeft. Deze worden ook vermeld, maar minder nauwkeurig, bij Foppens, Bibl. Belgica II, 715; Nouv. Biogr. gen. XLI, 576.
Zie: Paquot, Memoires Hist. Litt. VI, 163-187; Val. Andreas, Fasti Academici Stud. gen. Lov. (Lov 1650) 195.
Fruytier