Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

[Swinnas, Willem]

SWINNAS (Willem), geb. te Brielle in 1620, werd 11 September 1640 te Leiden als studiosus philosophiae ingeschreven. Hij studeerde medicijnen onder leiding van Heurnius en andere hoogleeraren. Na zijn studietijd vestigde hij zich als geneesheer in zijn vaderstad. In 1665 werd hij benoemd tot geneesheer van de admiraliteit van de Maas; door hem werd zorg gedragen voor de in Brielle aan land gebrachte gewonden. Hij stierf in 1672. Als medicus gaf hij uit een Verhandeling over de kinderpokken en maselen, die achter sommige drukken van van Beverwijcks Schat der gesontheyt en ongesontheyt wordt aangetroffen. Afzonderlijk verscheen De peststrijt, beharnast met veel voortreffelijke geneesmiddelen (Leiden 1664). Maar zijn voornaamste werk ligt op historisch gebied. Hij gaf uit Engelse, Nederlandse en Munsterse krakkeelen (Rotterdam 1666, 8o.; 2e dr. ibid. 1667; tweede en derde deel, ibid. 1667; 3e dr. ibid. 1668, 3 dln. 8o.). Een nadruk, die buiten Swinnas om verscheen, is Vermeerderde en

[p. 868]

verbeterde Engelse, Nederlandse en Munsterse krakkeelen (Amsterdam 1666, 4o.; pamfl. Knuttel no. 9243). Swinnas' werk is altijd zeer gewaardeerd als de beschrijving van een belangrijke periode door een kundig en ernstig man. Ook zijn stijl, waarin hij Hooft navolgde, is goed en hier en daar treflend. Ten onrechte wordt soms aan Swinnas toegeschreven Franse, Engelse, Keulse, Munsterse en Nederlandse oorloge ... in den jare 1671 en 72 en eyndigende ... Augustus 1673 (Amsterdam 1673, 2 dln. 12o.; 2e dr. Amst. 1673, 2 dln. 12o.; 3e dr. Amst. 1678, 12o.). Daar hij in 1672 is gestorven, kan hij dat werkje niet hebben geschreven.

Zie: Scheltema, Mengelwerk I C, 201 vlg.; Navorscher IV, 80 vlg., Bijbl. 101 vlg.

Brugmans