[Sweers, Isaac]
SWEERS (Isaac), geb. 1 Jan. 1622, gesneuveld 21 Aug. 1673, was in 1641 notaris in Brazilië, raakte in portugeesche gevangenschap, doch ontvluchtte daaruit in 1646. In 1652 kapitein ter zee, woonde hij den driedaagschen zeeslag bij, en geraakte in engelsche gevangenschap. In 1665 is hij bij de vloot van de Ruyter, en bleef als schout-bij-nacht met een smaldeel in zee ter bescherming van den handel, nadat de vloot was binnengevallen. In 1666 is hij vice-admiraal, woont den vierdaagschen zeeslag bij, terwijl hij in den slag van 4 en 5 Aug. bij de achterhoede van Tromp was, waardoor hij met dezen moest deelen in den toorn van de Ruyter, die den ongunstigen afloop van het gevecht toeschreef aan de handelingen van Tromp, die zich van de hoofdvloot had verwijderd. Echter ging hij weder met de Ruyter naar zee, en vermeesterde te zamen met Evertsen het kloeke engelsche oorlogsschip ‘The Royal Charles’. Na het sluiten van den vrede van Breda wordt Sweers met een smaldeel naar zee gezonden ter beveiliging van de handelsschepen tegen de barbarijsche zeeroovers; op zijn terugtocht in begin 1668 had hij een ontmoeting met den engelschen vice-admiraal Thomas Allen, welke aanleiding gaf tot een geschil omtrent het strijken van de vlag volgens de vredesbepalingen van Breda. In 1672 is hij bevelhebber van een smaldeel bij Solebay, en ondersteunt den brandercommandeur Van den Rijn bij het verbranden van de ‘Royal James’. Na terugkeer van de vloot nam Sweers deel aan de binnenlandsche verdediging als commandant van een regiment gewapende matrozen, en beproefde met eenige vlottende batterijen een aanslag op de vesting Naarden.
Bij het weder in zee brengen van de vloot in 1673 wist hij zijn schip door middel van wijnvaten over het Pampus te lichten, voegde zich na den slag bij Schooneveld bij de vloot van de Ruyter, voerende hij het bevel over het schip ‘de Olifant’ van 82 stukken, en had in den kort daarop volgenden slag het bevel over de voorhoede van het eskader van Tromp, doch moest voor den vice-admiraal Spragg wijken, hetgeen aanleiding gaf tot een geschil met Tromp, dat zoo hoog liep, dat de Prins van Oranje tusschenbeide moest komen; een krijgsraad had Sweers volkomen vrijgesproken, aangezien zijn schip reddeloos was geschoten.
In den zeeslag bij Kijkduin in 1673 was hij weder bij de voorhoede van Tromp, doet den vice-admiraal Kempthorn wijken, bekampt met Tromp het eskader van de blauwe vlag maar sneuvelt.