Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 833]
| |
Jacob S. en Henriette Jacqueline Schadée van der Does. Van haar opleiding en studie is weinig bekend. Reeds in haar jeugd vertaalde zij leesboeken voor kinderen, o.a. L'île colibri. Op ruim 30-jarigen leeftijd ging zij tot de R.-Kath. kerk over. In verschillende plaatsen van ons land en ook te Stockholm en elders in het buitenland woonachtig, hield zij zich voortdurend bezig met de beoefening der letteren. Voor haar tooneelstuk Hoogmoed (1882) werd zij bekroond; eveneens voor andere pennevruchten. Van haar zeer talrijke geschriften noemen wij: Noordsche bloemen (1875); Erica's (1877); Novellen (78); Droomen en werkelijkheid (79); Afgedwaald (80); Verspeeld (1881); Wraak. Tooneelspel (81); Toewijding (83); Geluk (84); Anna van Nevelen (85); De Woestenberg. Oorspronkelijke roman (85); Beschermengelen. Een geschiedkundig verhaal (86); Een lange marteling. Oorspronkelijke roman (88); Oostvoorne (89); Een reddingboei (90); Joséphine de Beauharnais. Directoire roman (90); Hoe zij stierf (91); In verzoeking (91); Lindendaal (91; evenals de beide voorgaande een oorspronkelijke roman); Verhoord gebed (91; idem); De liefde van een boer, Roman uit de Transvaal. 2 dln. (1900); Roofvogels. Herinneringen aan een gevallen held. Oorspronkelijke roman in 2 dln. (1893); Slavenketenen. Idem (94); Anarchisten. Idem (95); Als een dief in den nacht (98); Bange dagen (1903); Plicht. Oorspr. roman (1903), en Het kind. Idem (1904). Voorts een bock, getiteld: Vormen. Handboek voor de samenleving in en buiten huis (1887); De opvoeding der vrouw (1891) en De ziekte der eeuw (1905). Vele andere titels vindt men nog in ‘Brinkmans Catalogus’. Zie: Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Woordenb. (1892). En voor 't geslacht Stratenus: jhr. H.H. Röell in Ned. Leeuw 1902, 81. Zuidema |
|