[Son, Jan Carel François van]
SON (Jan Carel François van), schout-bijnacht titulair, geb. te Amsterdam 22 Febr. 1790, overl. 24 Nov. 1856; zoon van Pelgrom Maximiliaan van Son president van de dissolvente boedelkamer te Amsterdam en van Susanna Cornelia Melissen. In December 1799 in dienst getreden als cadet super-numerair, leed hij reeds op zijn eerste reis schipbreuk in de Molukken; in 1808 is hij luitenant, komt in engelsche krijgsgevangenschap tot 1809, wordt Mei 1810 ingedeeld bij de fransche marine als enseigne de vaisseau. Na de restauratie treedt hij Juli 1814 als kapitein in dienst bij het korps mariniers, doch verlaat dat korps op 1 Januari 1816 en wordt benoemd tot luitenant ter zee 1e kl.; als zoodanig nam hij deel aan het bombardement van Algiers. Van 1818 tot 1820 is hij in West Indië, en vervolgens tot 1825 in de Middellandsche Zee; 1 Januari 1826 volgt de benoeming tot kapiteinluitenant ter zee. Tijdens de belgische onlusten was hij tot Febr. 1831 chef van den staf bij de 3e linie van defensie te water, gaat daarna weder naar de Middell. zee tot 1835, zijnde inmiddels in 1833 bevorderd tot kapitein ter