[Sitter, Albert Johan de]
SITTER (Albert Johan de), uit het bekende groningsche regentengeslacht gesproten, geb. te Groningen 1 September 1748, gest. te Veendam 17 Juni 1814. Hij werd 3 Januari 1763 te Groningen als student ingeschreven. Daarna zette hij zijn studiën te Leiden voort, waar zijn naam echter niet in het album voorkomt. Zijn promotie bleef evenwel achterwege door zijn benoeming tot rentmeester der stadsvenen te Groningen. Later werd hij raadsheer aldaar en drost der beide Oldambten. Als overtuigd patriot werd hij in 1787 bij de restauratie van Willem V uit zijn ambten ontzet. Hij bleef tot 1795 ambteloos. Na de revolutie nam hij onmiddellijk zitting in het bestuur der stad en van het gewest, dat hem afvaardigde naar de Staten Generaal. In 1796 werd hij door het district Winschoten naar de Nationale Vergadering afgevaardigd; in 1797 werd hij in de tweede Nationale Vergadering herkozen, waar hij ook lid van de commissie voor de constitutie werd. Hij was federalist en een der leiders van die partij. Daarom werd hij 22 Januari 1798 bij den bekenden staatsgreep gevangen genomen en geïnterneerd in het Huis ten Bosch. Na de aanneming der staatsregeling en den tweeden staatsgreep werd hij begin Juli uit zijn gevangenschap ontslagen. Sedert hield hij zich buiten alle politiek en voorloopig zelfs buiten eenig ambt. In 1803 liet hij zich evenwel bewegen zijn oude functie van drost der beide Oldambten weer te aanvaarden. Bij de nieuwe rechterlijke indeeling in 1811 werd hij benoemd tot vrederechter te Veendam; dat ambt heeft hij tot zijn dood bekleed.
De Sitter heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt voor de geschiedenis van zijn gewest. Hij is een der eersten geweest, die de oude archieven bestudeerde en ordende. Hij gaf uit een Voorloopig register van charters, privilegiën, placaaten enz. Stad en Lande betreffende en kunnende dienen tot het opmaken van derzelver Groot Placaat- en Charterboek, loopende tot... 1594 (Groningen 1789, 8o.). Met Tonco Modderman bewerkte hij den Tegenwoordige Staat van Stad en Lande (Amsterdam enz., 1793, 1794, 2 dln.), een uitnemende historische beschrijving