[Roonhuyse, Hendrick]
ROONHUYSE (Hendrick), geb. ± 1625 te Amsterdam, overl. aldaar 1672. Zijn leermeester was Rogier Rogiers Beerenaart, met wiens dochter hij huwde. In 1646 werd hij chirurgijn en in 1648 ‘Stads Vroevaar’. Hij zou ook de eerste ‘Voorlezer voor de Vroet-wijven’ te Amsterdam zijn geweest. Als verloskundige en heelkundige had R. in zijn tijd een grooten naam, en terecht. Zijn ervaring heeft hij neergelegd in een boekje getiteld Historische Aanmerkingen (1663), waarvan een tweede vermeerderde druk in 1672 uitkwam onder den titel Genees- en Heelkonstige Aanmerkingen. Een duitsche vertaling verscheen in 1674 te Nürnberg, een engelsche te Londen in 1676.
De Aanmerkingen zijn een bundel vrij goed geschreven waarnemingen op heelkundig en gynaekologisch gebied en vormen een interessante en aangename lectuur. De schrijver blijkt een welbelezen man en een bekwaam en ondernemend heelkundige. Een grooten naam had R. als operateur van den hazenlip. Hij levert een pleidooi voor de keizersnee op de levende vrouw en geeft een verhandeling over de ‘Ruptura vesicae ofte gescheurde Blàas’, een gebrek, waarover, zegt hij, door niemand vóór hem was geschreven.
Zie: Banga, Geschiedenis der geneeskunde in Nederland.
Baumann