[Rink, Mr. Stephanus]
RINK (Mr. Stephanus), zoon van Egbert Rink en Alida Maria Backer, geb. te Tiel 16 October 1740, overl. aldaar 10 Maart 1798, advocaat van groote vermaardheid in de Neder-Betuwe, Tieler- en Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal, die te Tiel gedurende vele jaren een omvangrijke rechtspraktijk uitoefende. Ook was hij ontvanger van het Ambt van Neder-Betuwe en auditeur militair. Hij had aan de academie te Utrecht gestudeerd en was aldaar in 1764 gepromoveerd op een dissertatie: Controversiae circa Jusjurandum. Rink huwde 23 September 1777, te Drumt (bij Tiel), met Beatrix Rom, dochter van Hermanus Rom en Aletta van Housselt, uit welk huwelijk geboren zijn Mr. Egbert Dirk Rink (zie IV, 1156) en Mr. Hendrik Jan Rink.
Rink was een warm aanhanger van de nieuwere denkbeelden, die in de veelbewogen tijden, waarin hij leefde, doorbraken. Toen Mr. J.D. van Leeuwen, naar aanleiding van de bekroning van zijn prijsvraag (in 1785 door het Zeeuwsch Genootschap uitgeschreven), over de beste middelen om het begraven in de steden en kerken te doen ophouden, even buiten de stadsgrachten van Tiel een kerkhof stichtte, genaamd ‘Ter navolging’, nam Rink daaraan ijverig deel en liet voor zich daarin een graf metselen, waarin hij 16 Maart 1798 bijgezet is. Het kerkhof was kort na zijn stichting door het gepeupel verwoest, maar daarna hersteld en van lieverlede in gebruik genomen. Op het (thans verdwenen) hek stonden oorspronkelijk de woorden: ‘De menschenliefde door 't gezond verstand verlicht, Heeft deez' Begraafplaats tot een voorbeeld hier gesticht.’
Zie: ‘Het Patriotsche kerkhof te Tiel’ in den Gelderschen Volksalmanak voor 1902.
P. Rink