1809), het hoogste rechterlijke ambt in de Kolonie, werd aangeboden, dat hij tot zijnen dood bekleedde. In 1804 gaf hij te Kaapstad uit: Aanmerkingen over de verbetering van het vee aan de Kaap de Goede Hoop inzonderheid over de conversie der Kaapsche in Spaansche of wol geevende schapen, over welk onderwerp hij 4 Sept. van dat jaar eene memorie tot generaal Janssens richtte, die zich op het Rijksarchief onder de papieren, welke door de erfgenamen van Mr. Nederburgh aan die instelling werden geschonken, bevindt. In diezelfde verzameling (kol. aanwinst 157) berust van zijne hand een: Onderzoek over hetgeen thans in deze Colonie zoude kunnen en behooren in het werk gesteld te worden, om hare bloei en geluk in overeenstemming met de belangen van het moederland op een krachtdadige wyze te bevorderen, eene verhandeling door hem opgesteld voor zijnen vriend Mr. J.A. Truter (zie beneden), die zijn oordeel had ingeroepen over een, door dezen, ontworpen geschrift: Over het nut welke het moederland geneigd is aan deze Colonie toe te brengen, doch vooral in 't bijzonder over het voornemen van den Goeverneur Generaal en Chef om zich te bepalen tot eene juiste beoordeeling van de finantieele staat van deeze Colonie, benevens een zeer belangwekkenden brief over den toestand der Kaapkolonie en de wijze waarop de Mist en Janssens zich van hunne taak kweten aan Nederburgh, die hem blijkbaar zeer hoog had leeren schatten (26 Juni 1803). In de Lijst van persoonen aan de Kaap de Goede Hoop welke zijn overgegaan in dienst en soldij van 't Engelsche Gouvernement, tot deze zelfde collectie behoorend en door iemand, die vroeger met R. bevriend was geweest, maar later een tegenstander geworden, opgesteld, wordt v.R. ‘een jong, handig en
werkzaam mensch’ genoemd, ‘die alles aan zigzelf te danken heeft en zich steeds van zijne verplichting heeft gekweeten als een eerlijk en gemoedelijk man betaamd’, op wiens persoon de schrijver ‘een gunstig reguard’ durfde aanbevelen, wanneer hij zijn ‘gedrag maar eenigszins kon justificeeren als daaronder gerustelijk voor hem instaan en gewigtige diensten van hem verspreeken’.
Hij was 12 Aug. 1782 gehuwd met Cornelia van der Riet.
Men zie over hem, behalve de reeds genoemde papieren van Mr. Nederburgh op het Rijksarchief: Kol, Aanwinst No. 157, Me Theal, History of South Africa 1652-1795 II, 274, 289, 309, 313 en hetzelfde werk 1795-1834, 162.
de Savornin Lohman