[Rasière, Isaack de]
RASIÈRE (Isaack de), ook wel de Rasier of de Ragier geheeten, is in 1595 te Middelburg geboren en daar 15 Oct. 1595 in de Herv. Kerk gedoopt. Zijn vader heette Lourens de Rasière; zijn broeder Abraham was 7 Juli 1618 opperkoopman op het schip ‘de Zeewolf’. Reeds op jeugdigen leeftijd verloor hij zijne moeder; zijn vader hertrouwde in 1605 met Anna l'Hermite van Antwerpen. Vrij zeker stamt de Rasière uit eene zuid-nederlandsche koopmansfamilie. Over zijn jeugd is niets bekend. In 1626 is hij secretaris van Nieuw-Nederland en zal als zoodanig tegenwoordig zijn geweest bij den aankoop van Manhattan-eiland. Een rapport van de Rasière van 23 Sept. 1626, uit het fort Nieuw-Amsterdam in Amerika naar Nederland gezonden, bevindt zich thans in Noord-Amerika, doch is niet toegankelijk. In 1627 heeft hij de kolonie van de Pilgrim Fathers in New Plymouth (New England) bezocht en hiervan eene interessante beschrijving gegeven in zijne ‘Memorie’ voor zijnen weldoener Samuel Blommaert, te Amsterdam, waarschijnlijk in 1628 opgesteld. Treffend heeft hij hierin o.a. den kerkgang der Pilgrims beschreven. Deze ‘Memorie’, welke in het rijksarchief te 's Gravenhage berust, is in het hierna te noemen artikel in haar geheel uitgegeven. Tusschen Oct. 1627 en 24 April 1629 is de Rasière weder naar Amsterdam teruggekeerd; hij huwde hier 3 Dec. 1633 met de 24-jarige Eva Bartels, een nichtje van Jean Raye, bewindhebber der W.-I. Compagnie. Als de poging mislukt is om hem in plaats van Wouter van Twiller directeur-generaal van Nieuw-Nederland te maken, vertrekt hij naar Brazilië, en gaat daar, evenals velen van de familie zijner
vrouw, in den suikerhandel. In 1636 laat hij hier een zoon Lourens doopen; een anderen zoon Isaack houdt hij hier 19 April 1637 ten doop. De eerste Lourens schijnt gestorven te zijn, want in 1641 wordt hem te Parahiba weder een zoon geboren, dien hij eveneens Lourens noemde. In 1639 was hij in het bezit van drie suikermolens: ‘Den Amstel’, ‘Middelburgh’ en ‘La Rasière’. In 1651 woont hij nog in Brazilië; 3 Sept. 1654 is hij echter weder in Holland terug, want dan verklaart hij voor notaris Vitus Mustelius te Rotterdam, het zevende deel van de nalatenschap van de ouders zijner vrouw ontvangen te hebben. Later is hij naar ‘de Barbados’ vertrokken, zooals zijn zoon Lourens de Rasière bij zijn huwelijk met Aletta van Hontum - (hun beider portret door Nic. Maes, thans te Brussel) - Nov. 1669 mededeelt. De familietraditie wil dat Isaack de Rasière ook nog gouverneur van Tabago zou zijn geweest. Zijne levensgeschiedenis, de literatuur, de ‘Memorie’ voor Blommaert opgesteld en bijlagen in: A. Eekhof, De ‘Memorie’ van Isaack de Rasière voor Samuel Blommaert, in: Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, N.S., XV (1919), 245-280.
Eekhof