[Passe, Willem van de]
PASSE (Willem van de), teekenaar en kopergraveur, zoon van Chrisp. van de Passe (1), is geb. te Utrecht in 1598, hij leefde sedert 1625 in Londen, waar hij voor of in 1637 gestorven schijnt te zijn.
Teekeningen welke aan C.v.d. Passe (1) toegeschreven worden bevinden zich te Amsterdam Rijks Prentenkabinet 1. Justus Lipsius. 2. Anna Maria Schuurman. 3. Lod. Willem v. Nassau, (No. 61 afb. Teek. nederl. en vl. meesters R. Prentenkabinet) 4. Johannes op Patmos, 5. Nessus, Deianira en Hercules. 6. Aurora, 7. Venus en Amor; Amsterdam veil. Fr. Muller coll. A. Langerhuizen Lzn. 29 April 1919 en veil. F. Muller coll. E. de Langen, 19 Dec. 1919, het oordeel van Paris; Weenen, Albertina, portret van Chr. v.d. Passe (afb. Alb. XI, 1281); (Weenen coll. de Ligne 1794 cat. A.v. Bartsch. 147, Perseus bevrijdt Andromeda. Kramm noemt op een in rood en zwartkrijt geteekend portret van den vice-admiraal Pieter Huys.
De prenten der v. d Passes, die ook als uitgevers werkzaam waren, zijn zeer moeilijk van elkaar te onderscheiden, op hun naam staan o.a. de volgende geïllustr. werken: De la Lumière de la Peinture et de la Designature Amst. 1624, 1643, 1663; l'instruction du roy (Lod. XIII) en l'exercise de monter à cheval par Mr. Ant. de Pluvinel; reeks portretten van beroemde mannen; Metamorphosen v. Ovidius; reeks van Engelsche koningsportretten; Afbeeldinghen van Minne; Hortus floridus; Emblemata of zinneprenten; reeks van portretten o.a. van de leden der Generale Staten van 1619, van ‘courtisanen’. Vooral zeer veel portretten werden door de v.d. Passe's gemaakt; Franken, die hun werk beschrijft, geeft 578 nummers, verder tal van bijbelsche voorstellingen (170 nummers), voorst. v. heiligen (140 nummers), mijth. voorst. (416 nummers), illustraties (105 nummers), verder nog allegorieën en genrevoorstellingen. Ook tal van historieprenten maakten zij.
Naar de d. Passe's graveerden o.a.: L. Gaultier, B. Kilian, A. Londerseel, J. Smith, Abr. de Cooge, C.v. Queborn, Joh. Sadeler, F. Brun, C.v. Dalen, A. Sivertsma, A. de Bruyn, D. Loggan.
Zie: A. Houbraken, De Groote Schouburgh der Nederl. Konstschilders etc. Amsterdam 1718-29 I, 45; Merlo, Nachr. v.d. Leben u. Werken Kölnische Künstler, Köln 1850-1852, 572; J. Immerzeel, Levens en Werken der kunstschilders. Amst. 1843. II, 295;