[Pasmans, Bartholomeus]
PASMANS (Bartholomeus), geb. te Maastricht omstr. 1640 overl. te Leuven 1690, waar hij zijn leven als student en professor had doorgebracht. Bij de promotie der filosofie behaalde hij 1662 de tweede plaats als student van de Valk. Nadat hij zijn godgeleerde studiën voltooid had, en priester was gewijd, werd hij 1667 gekozen tot professor van de latijnsche taal in het college van den H. Geest. 1672 leerde hij de filosofie in de Valk en was daarna lector der theologie in het Pauskollege van Adriaan VI, tot 13 Nov. 1681, toen hij tot president van het kollege van Atrecht werd benoemd. 13 Oct. van het volgend jaar ontving hij den doctorstitel in de theologie. Als president van Atrecht had hij slechts weinig bezigheden; hij kwam hierom de parochiegeestelijken te hulp met prediken en biechthooren, en belastte zich met het bestuur van de zusters Augustinessen. Bovendien werd hij door den Aartsbisschop van Mechelen aangesteld als censor librorum van zijn diocees. Hij overleed slechts 49 jaar oud in zijn college en werd in de kapel begraven. Een werkje van hem. Testimonia quibus doctrina S. Caroli Borromaei de remittendis et renitendis peccatis a singularitatis nota vindicatur werd te Mechelen bij G. Lintsius 1675 gedrukt. Nog vermeldt van hem Paquot uitvoerig een zestal theses te Leuven gedrukt en herdrukt 1686-1703.
Zie: Paquot, Mémoires Hist. Litt. XV, 266-271; Analectes Hist. Eccl. XVII (1881) 384, XXI (1888) 132, 336.
Fruytier