en Suzanna Pardo, vergezeld van eenige nonnen van Sparmaille, kwam hare plaats innemen om in de Munsterabdij de vergeten regels en voorschriften der orde weer in te voeren, 1626. Geen gemakkelijke taak wachtte haar. Nov. 1626 klagen de Staten van het Overkwartier bij den Koning over de afzetting der oude abdis in Roermond, over de aanneming van nonnen, die niet van adel waren, in strijd met de privilegiën der abdij, enz. De aartshertogin Isabella schreef 24 Dec. 1627 aan den graaf van Berghen en aan den raad van Gelder de behulpzame hand te bieden aan den abt van Kamp en aan de benoemde abdis in het reformeeren der Munsterabdij en gebood de afgezette abdis, die zich bleef verzetten te verwijderen (zie: Ruisschenberg, Anna). 27 Jan. 1627 werd de benoemde plechtig geïnstalleerd. Hetzelfde jaar, 17 Juni, kwam de Aartshertogin bij haar bezoek te Roermond in de abdij haar intrek nemen. De tegenstand hield niet op. Door het drijven der edelen van Gèlder werd Adama van Egeren, een der oude nonnen, naast de abdis benoemd als coadjutrice en komt als zoodanig voor in een oorkonde, Oct. 1632. Geen enkele naam der nonnen van Sparmaille komt voor in het doodboek der abdij van Roermond. Waarschijnlijk keerden zij naar Brugge terug. Susanna Pardo bestuurde de Munsterabdij tot haren dood en handhaafde krachtdadig de ingevoerde tucht. Na haren dood kwam de oude tegenstand op hevige wijze weder los.
Zie: Limburgs Jaarboek XXII (1916) 84, 129; Sivré, Het Necrologium van O.L. Vr. te Roermond 98; Versl. Rijks- Oude Archieven XXXV (1912) 451, 455; Rijks-archief Maastricht.
Fruytier