[Opsy, Lambert]
OPSY (Lambert), zoon van Lambert Cornelisz., secretaris van Amsterdam, en Trijn Klaas Gaefdochter, geb. te Amsterdam 25 October 1583, gest. waarschijnlijk kort na 1619. Misschien was hij koopman of reeder, zoo hij althans dezelfde is, die in de boeken der stad voorkomt onder den naam Lambert Cornelisz. Hij schreef een kroniek van Amsterdam van de stichting der stad tot en met 1611, waarvan het laatste gedeelte natuurlijk de berichten van een ooggetuige zijn. Zij is naar een handschrift van het gemeente-archief van Amsterdam uitgegeven door Scheltema, Aemstels oudheid III, 1 vlg., waar ook familieaanteekeningen van hem van 1561 tot en met 1619 zijn gepubliceerd (35 vlg.). Daar de laatste met genoemd jaar eindigen, kan worden aangenomen, dat Opsy kort daarna is gestorven. In het Britsch Museum te Londen (Add. Ms. 14310) berust een ander handschrift, in 1610 geschreven door Lambertus Cornelius Optius, zooals hij zich daar noemt. Het is getiteld: ‘Sommige costuymen oock die namen der magistraten van Amstelredam; mitsgaders de beschryvinge en etlike geschiedenissen int corte derselver stede’. Het bevat lijsten van burgemeesters, schouten, raden enz. sedert 1413, met een korte geschiedenis van Amsterdam, voorafgegaan door: ‘Ceremonien die gehouden plachten te worden binnen Amstelredam op de principaelste heyliche daghen bij die van de roomsche religie, genomen uyt boeck en voorrede van Walich Syvertsz., gheintituleert: roomsche misterien, ontdeckt in een klein tractaetken.’ Welk verband er tusschen het amsterdamsche en het londensche handschrift bestaat, kan eerst door nauwkeurige vergelijking worden vastgesteld. Opsy vermeldt in zijn familie-aanteekeningen niet, dat en met wie hij was
gehuwd, maar wel het sterven van twee zijner kinderen en de geboorte van een derde kind. Dat laatste, Catharina, geb. 15 Aug. 1619, huwde 21 Nov. 1634 met dr. Cornelis Witsen en werd zoo de moeder van den bekenden burgemeester Nicolaas Witsen. Opsy's moeder hertrouwde 21 Mei 1586 met den bekenden beeldhouwer en kaartteekenaar Joost Jansz., die echter reeds 8 November 1590 stierf.