[Oorthuys, Gerardus]
OORTHUYS (Gerardus), kapitein ter zee, geb. in 1742 te Groningen, overl. te Rotterdam 23 Aug. 1812; zoon van Jeldrik Oorthuys en van Catharina Olthoff. Zijn vader geboortig uit Bingum in Oostfriesland, was kapitein-luitenant bij het regiment infanterie van prins Christiaan Karel van Stolberg en sneuvelde in 1748 bij het beleg van Bergen op Zoom. Aanvankelijk diende Gerardus als cadet bij voornoemd regiment, doch ging in 1760 over tot den zeedienst als cadet bij de admiraliteit van de Maze; in 1763 werd hij extra-ordinaris-luitenant; tusschen 1765 en 1777 deed hij, met behoud van zijn rang, eenige reizen naar Oost-Indië in dienst der Oost-Indische Cie; in 1777 werd hij ordinaris luitenant en twee jaar later kapitein. Als commandant van het fregat ‘den Briel’ streed hij in Mei 1781 bij Kaap St. Marie, aan welk gevecht hij zijn meerdere bekendheid te danken heeft. In 1784 was hij bij het eskader van commandeur van Braam op den tocht naar O. Indië. In 1794 als bevelhebber van het schip ‘den Brakel’ naar Oost-Indië bestemd, doch in Engeland binnengeloopen zijnde, werd hij bij het begin der Staatsomwenteling krijgsgevangen gemaakt; op woord van eer vrijgelaten, kwam hij in 1795 in het vaderland terug en verliet den zeedienst. Hij was in Jan. 1790 gehuwd met Elisabeth Rebecca Rijfsnijder, en heeft 4 kinderen nagelaten, van wie een zoon rijks-ontvanger werd te Katwijkbinnen, terwijl de jongste zoon als luitenant bij de marine in 1825 te Macassar overleed.
Prenten door: R. Muys, W. van Senus, F.N. Weissenbruch Dz.
Zie: de Jonge, Geschiedenis van het Zeewezen; Engelberts Gerrits, Gedenkstuk van Neerlands heldendaden ter zee.
Herman