Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 382]
| |
gonnen zijn de geschiedenis van Friesland in het Latijn te schrijven en daarmede zijn voortgegaan tot 970. Zijn werk zou eeuwen lang zijn blijven liggen, totdat Vlytarp het zou hebben vertaald en vervolgd. Zoo vormde het geheel de grondslag van de kroniek van Andreas Cornelius (Leeuwarden 1597), die dat alles in zijn voorrede mededeelt. Zie: Bolhuis van Zeeburgh, Kritiek der Friesche geschiedschrijving, 148 vlg.; de Wind, Bibliotheek der Ned. geschiedschrijvers, 9 vlg., 506. Brugmans |
|