[Muyr, Hendrick van der]
MUYR (Hendrick van der), Gorcumsch rederijker, lid van de kamer ‘De Segelbloem’ onder de spreuk ‘Vernieut uit liefde’. Vele jaren is hij daar als rederijker werkzaam geweest. In 1609, bij het sluiten van het Bestand, maakte hij een Vreeds- Triumph-gedicht, gecomponeert en rethorijckelijcken vertoont by de Camer, Vernieut wt Liefden, op den generalen Vreeds-Triumph dach, 5 Mey 1609 (Gor. 1609), voorafgegaan door lofdichten van tal van andere Gorcummers. In 1616 was hij op 't refereinfeest te Ketel, waarvan de bundel Der Reden-ryckers stichtighe Aenwysinghe (Schiedam 1616) de herinnering bewaart, en droeg een referein en een liedeken voor, met zijn devies ‘'k Verbey den tijt’ opgenomen. Een jaar later riep de Vlaardingsche Akerboom de rederijkers samen en enkele bijdragen van ‘'k Verbey den tijt’ doen zien dat ook van der Muyr daar aanwezig was. (Vlaerdings Redenryck-bergh, Amst. 1617). Van 1623 en 1643 zijn zijn ‘Clinck-dichten’ voor twee tooneelstukken van zijn kunstbroeder, Abr. Kemp. (Droeff-eyndich spel, vande moordt van Sultan Osman en Bly-eind-Spel van wegen de Gorkomze Kamer). In hetzelfde jaar verscheen ook de Redens-krans gevlochten van Will'ge- Rysen en gecierd met Segel-blom, d.i.: verscheyden vragen, uytgegeven, by die van Rijswijk, en be-antwoord by die van Gorinchem (Gor. 1643), waarin eenige antwoorden van ‘'k Verbey den tijt.’ Twee afzonderlijke kluchten heeft hij geschreven: Klucht van Frans Joppen en Gerritge de Licht. Eerst gespeelt by de Kamer, Vernieut uyt Liefden (Gor. 1644) en Klucht van den Ketel-boeter. Ghespeelt by de Camer Vernieut uyt
Liefden (Gor. 1644). Kort na de opvoering dezer twee stukken werd den Gorcumschen rederijkers het spelen verboden. (G.D.J. Schotel, Geschied. der Rederijkers in Ned. II, 88-89). Had misschien de inhoud dezer kluchten meegewerkt om ergernis te geven? Later, in 1656, treffen wij een ‘Eer-gift’ van hem aan op Kemp's Leven der Doorluchtige Heeren van Arkel (Gor. 1656).
Ruys