Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

[Monet, Adrianus v. Geertruidenberg]

MONET (Adrianus) v. Geertruidenberg, de Karthuiser leefde begin der 15e eeuw en is alleen bekend door de uitgave van zijn werk ‘Liber de remediis utriusque fortunae prosperae videlicet et adversae per A. quondam poetam praestantem necnon saerae theologiae professorem. De eerste editie (Col. Ulrich Zell.) heeft alleen: per quemdam Adrianun Carthusiensem sacrae theol. prof. Het werk heeft vooral de aandacht getrokken, omdat een tractaat van den beroemden schrijver en dichter Fr. Petrarchus eveneens getiteld is: Liber de remediis utriusque fortunae. Misschien dat daarom in sommige edities bijgevoegd is ‘per poetam praestantem’. Zeker weet men, dat Adrianus te Geertruidenberg zijne

[p. 347]

kloostergeloften had afgelegd. Hij zou te Luik opgetreden zijn als professor. Alleen Adornct O. Carth (Diction de Theol. Cathol. II (1905) 2310) noemt hem Adr. Monet prior van het klooster te Luik overl. 1411. Werkelijk bestuurde een Adrianus als prior het Luiksche Karth. klooster 1385-92. Onder de monniken van Geertruidenberg wordt 30 Dec. een nieuwe monnik Adrianus genoemd zonder eenige verdere aanwijzing. Alle biografen en schrijvers over incunabels vermelden Adrianus.

Zie: Petrejus, Bibl. Cartus. (col. 1609) 3-4; Foppens, Bibl. Belg. I, 21; Valerius Andreas; Fabricius; Morotius, Theatrum Chronol. Ord. Marth. 76. Michaud, Biogr. universelle Nouv. Biogr. Genr.; Biogr. Nat. Belg. I, 87; Hain, Report. Bibl. In. 93-96; Copinger, Suppl. Hain (1895) I, 95-96; Brunet, Manuel du Libraire III 1055; Campbell, Ann. de la typogr. Neerl. no. 6; G. Ferrazzi, Bibliografia Petrachesca (Bassano 1877) 235.

Fruytier