Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5

[Meyvogel of Mayvogel, Jacob Coenraetsz]

MEYVOGEL of MAYVOGEL (Jacob Coenraetsz). Stichtelijk dichter uit de 17e eeuw, van wiens levensomstandigheden niets anders bekend is, dan dat Hoorn zijn woonplaats was en zijn vrouw, Maria Heykes, 27 Aug. 1633 overleed, in een Rouwklacht door haar man betreurd. Hoewel hij zich in zijn werk, een verre navolging van Cats, niet veel meer dan een rijmelaar toont, werd het

[p. 346]

tot diep in de 18e eeuw herdrukt en zelfs in die eeuw nog als schoolprijs uitgereikt! Wij kennen van hem: Schat-kist der liefde, voortgebracht in tijdt van vrolyckheyt, gevolgd door Rouwklacht en Argument vande broosheyt des menschlijcken levens (Hoorn 1632 en 34). Gulden spiegel, ofte Opweckingge tot christelijke deuchden (Hoorn 1646, daarna tot 1782 tallooze malen herdrukt). Een bijbelsch spel Thamars ontschakingh (Hoorn 1646, tot 1763 herdrukt) en Vermakelyke bruylofts-kroon, doorvlochten met verscheyden leersame gedichten (Amst. 1659 tot 1782 vaak herdrukt) aan welke laatste verzameling een nieuwe bundel eveneens Vermakelijke Bruiloftskroon getiteld, ontleend en c. 1800 gedrukt werd. Al zijn gedichten en voorreden zijn met zijn spreuk ‘Godt boven al’ onderteekend.

Zie: Navorscher, jrg. 27 (1877), blz. 374; D.F. Scheurleer, Nederlandsche Liedboeken ('s Grav. 1912) blz. 50, 57, 59, 245.

Ruys