MESTRUM (Petrus), geb. c. 1620, gest. te Peins, 29 Jan. 1672. Hij was van de orde der Minorieten de Observantia. In 1646 komt hij naar Friesland als missionaris te Oosterend. In 1648 draagt de pastoor van Sneek, A. Sylvius, seculier priester, hem, wegens ziekte, voor 3 maanden de zorg voor zijne parochie op. Bij zijne terugkomst weigert M. Sneek te verlaten, en brengt de geheele parochie in rep en roer. Na verschillende waarschuwingen wordt hij 5 Aug. 1655 door de Propaganda geëxcommuniceerd. Nog verlaat hij Sneek niet, maar bewerkt zelfs nog in 1657 de verbanning van pastoor Sylvius, die echter onmiddellijk wordt opgevolgd door pastoor Solstra.
Eindelijk betuigt hij zich voor de Franeker hoogeschool aanhanger van het Protestantisme, en
[pagina 342]
[p. 342]
wordt predikant te Peins en Sweins, waar hij sterft.
Zie: A. Tiara, Annotationes, 10, 17-23, 26, 27, 34, 36, 40-42, 44, 77, 99, 100-103, 113, 158, naschrift. Arch. Aartsbisd. Utrecht, III, 21; XI, 193, XVIII, 278, 289, XXXIV, 50, 51, 60, 86, 108; Romein, Naamlijst van predikanten, I, 245.
Auteursrecht onbekend