[Man, Anton Wilhelm de]
MAN (Anton Wilhelm de), vice-admiraal, geb. te Nijmegen 1 October 1773, overl. te Haarlem 4 Jan. 1861; zoon van Jan Willem Engelbert d.M. en van Geertruida Ruisenaers.
Den 1en Febr. 1785 als stuurmansleerling in dienst getreden, werd hij in April 1789 bevorderd tot jonker, en in December van dat jaar tot luitenant-titulair. Van October 1792 tot December 1793 diende hij als vaandrig bij de infanterie in Suriname. In 1794 bevorderd tot luitenant-ter zee 2e kl., bracht hij den tijd van Mrt. 1796 tot Dec. 1797 in engelsche krijgsgevangenschap door; Juli 1799 volgt de benoeming tot luitenant ter zee 1e kl., en in April 1803 commandeert hij als luitenant-kolonel een divisie kanonneerbooten in Zeeland; 12 Dec. 1810 bevorderd tot kapitein ter zee, als hoedanig hij na de restauratie overgaat bij de nederlandsche marine. In 1816 neemt hij, als vlaggekapitein van den vicea-dmiraal T.F. baron van Capellen, deel aan het bombardement van Algiers, waarvoor hij wordt benoemd tot ridder 3e kl. van de Militaire Willemsorde, in welke orde hij, na de expeditie tegen Tontoly in 1822, wordt bevorderd tot commandeur. Van Mei 1827 tot April 1830 is de Man commandant en directeur van de Zeemacht in Oost-Indië. Tijdens de belgische verwikkelingen was hij commandant van de 3e afd. onzer linie van defensie te water. Met April 1831 bevorderd tot schoutbij-nacht, treedt hij in 1837 op als commandant en directeur der marine in het hoofddepartement van de Zuiderzee. Dec. 1840 bevorderd tot vice-admiraal; en 1843 gepensionneerd.
Hij was in 1798 gehuwd met Adriana van Dalen, geboren nabij Geertruidenberg en overleden 22 Maart 1859.
Zie: Verhandelingen over het zeewezen 1861 en Levensschets door H.A. van Karnebeek ('s Grav. 1861).
Herman