met 1 Juli d.a.v. ingenieur 2e klasse, bij dat van 23 Maart 1871 met 1 Apr. d.a.v. ingenieur 1e klasse, bij dat van 4 Febr. 1889 met ingang van 16 d.a.v. hoofdingenieur, eindelijk bij dat van 22 Febr. 1892 met ingang van 1 Apr. hoofdingenier, adviseur voor scheepsbouw. Met behoud van denzelfden werkkring werd hij bij K.B. van 22 Febr. 1893 met 1 Maart d.a.v. directeur van scheepsbouw.
Sedert Dr. Tideman was het bureau van den adviseur (later directeur) belast met het ontwerpen der oorlogsschepen, die op de Rijkswerven gehouwd zouden worden. Hierin was de bekwame Loder een meester. Hij beheerschte dit bureau en het geheele korps marine-ingenieurs op uitstekende wijze; hij was een man uit één stuk en kon zijn gevoelen op uiterst sarcastische wijze uitdrukken. Hij verzocht, geheel gezond en vol werkkracht, in 1908 zijn ontslag, dat hem bij Koninklijk besluit van 29 Sept. van dat jaar met ingang van 1 Nov. d.a.v. eervol verleend werd. Zijne bedoeling was, waar hij zich de laatste 16 jaren uitsluitend aan zijne betrekking gewijd had, veel te reizen en te lezen en zich aan de kunst te wijden, maar een korte ongesteldheid sloopte zijn sterk gestel in enkele dagen, kort na zijne uittreding uit den rijksdienst.
Hij bezocht in 1876 in opdracht der Regeering de wereldtentoonstelling te Philadelphia, en werd bij Koninklijk besluit van 19 Juli 1883 benoemd tot lid eener commissie tot het doen van voorstellen ter reorganisatie der Rijkswerven.
In de Ingenieur van 30 Jan. 1909 komt eene levensschets van hem door J.C. Jansen voor.
Hij huwde 14 Oct. 1870 S.J. Luteyn, geb. 19 Febr. 1850, nog in leven, bij wie hij een zoon en 2 dochters had.
Ramaer