[Linden, Henricus van der]
LINDEN (Henricus van der) of Lindanus, geb. te Leiden 11 Sept. 1603, overl. te Kopenhagen 2 Mei 1659. Reeds had hij zijn philosophische studiën voltooid, toen hij in België voor de Jezuïeten-orde werd aangenomen, doch naar Moravië gezonden, om den 6en Dec. 1626 te Brünn zijn noviciaat te beginnen. Na zijn priesterwijding 26 Mrt. 1636 onderwees hij vier jaar de zedekundige godgeleerdheid, en vertrok vervolgens naar Italië, om het ambt van pauselijk poenitentiarius eerst vijf jaar te Loreto en daarna vier jaar te Rome te vervullen. In 1655 keerde hij naar zijn vaderland terug, en vestigde zich voorloopig te Culemborg om pater van Wely in de geestelijke zorg bij te staan. Ten gevolge van een verkeerd bezorgden brief werd hij in zijn huis overvallen en gevangen gezet, doch spoedig tegen losgeld vrijgelaten. Daarna begaf hij zich naar Kopenhagen en woonde er in het huis van den spaanschen gezant Rebolledo. Zelfs zou koning Frederik III hem meermalen met voldoening geloofspunten hebben hooren behandelen en hem een ruime mate van vrijheid hebben verleend, om te Kopenhagen en te Altona onder zijn geloofsgenooten te arbeiden. Toen de hollandsche vloot onder de Ruyter te Kopenhagen aankwam, belastte hij zich terstond met de zielzorg en zelfs met de verpleging der katholieken van de bemanning, waaronder aanstekelijke ziekten waren uitgebroken, en deed daarbij de besmetting op, waaraan hij overleed. Zijn lijk werd plechtig begraven.
van Miert