[Lebuinus, Liafwin Heilige]
LEBUINUS (Liafwin) (Heilige), Apostel van Deventer, gest. omstreeks 777. Door den pseudo-Marcellinus ten onrechte genoemd onder de metgezellen van den H. Willibrord. In Engeland geboren, trad hij, nog jong, in den geestelijken stand, en werd vervolgens priester. Hij ontving, in een verschijning, van God het bevel de heidenen van de Yssel-oevers te gaan bekeeren; stak over naar Friesland en bezocht den H. Gregorius van Utrecht, volgens de Bollandisten, omstreeks het jaar 765. Deze zond hem met zijn leerling Marcellinus naar de Veluwe, Twente en Deventer. Op de oevers van den Yssel werd hij ontvangen door een weduwe, Abarhilda genaamd, bouwde een eerste bedeplaats te Wilp op den westelijken oever, en daarna een grootere te Deventer op den oostelijken oever der rivier, - dit laatste gebouw echter werd door de Saksen verbrand. Lebuinus, die heelhuids ontkwam, dorst zich daarna te begeven naar Marklo aan den Wezer, waar hij de Saksen op hun jaarlijksche groote bijeenkomst aanmaande zich te bekeeren, en keerde behouden terug. De kerk te Deventer herbouwde hij en stierf aldaar den 19den November, zeer waarschijnlijk van het jaar 777. De Saksen kwamen opnieuw om zijn kerk te verbranden, zijn lichaam echter konden zij niet vinden. Korten tijd daarna kwam de Heilige Ludger de kerk van Deventer weder opbouwen en deed er het lichaam van den Heiligen Lebuinus in bijzetten, dat hij gevonden had verborgen op een