[Kimpe, Jan]
KIMPE (Jan), kanunnik der abdij Drongen bij Gent, vervolgens pastoor te Heinsdijk (thans Hengstdijk Z. Vl.), werd 1389 abt zijner abdij tot zijn overlijden 31 Jan. 1397. Hij had zijne verheffing van pastoor tot abt vooral te danken aan de bemoeiïngen van Graaf Philips den Stoute. De graaf poogde de Vlamingen over te halen tot de partij van den tegenpaus Clemens VII en meende ook de abdij te moeten winnen. Hij beval Jan Kimpe, pastoor van Heinsdijk, eene parochie van Drongen, aan als het geschiktst om den staf te dragen, omdat hij dezen gunstig gestemd wist voor de Clementijner partij. De kloosterlingen betuigden hem als abt te willen ontvangen en zoo werd hij zonder stemming benoemd en door het hoofd der orde bevestigd, Nov. 1389. In persoon drong de graaf bij den nieuwen abt er op aan zich openlijk ten gunste van Clemens VII te verklaren met de belofte, dat hij en de koning van Frankrijk hem steeds zouden beschermen. Doch nu verzetten zich de meeste kloosterlingen tegen een overste, die den tegenpaus erkende. De tusschenkomst van den grootbaljuw van Vlaanderen was noodig om de abdij tot onderwerping te brengen. Nauwelijks was deze vertrokken of de Drongensche kanunniken benoemden tot bestuurder van het kleine klooster met de vermaarde bedevaartskapel te Hulsterloo (thans Nieuwnamen) een onder hen, die het meest gehecht was aan de partij van Paus Urbanus. De grootbaljuw riep de tusschenkomst in van den abt van Premonstreit (Clementijn) en onder den druk van de geestelijke en wereldlijke macht moesten de kloosterlingen buigen. Hulsterloo kreeg een Clementijn en gunsteling van den graaf tot bestuurder. Vlaanderen en vooral Gent weerstonden aan het bevel om de partij van Urbanus te verlaten. De vorst ging over tot geweld. De cisterciënserabt van
Baudeloo en de Karthuisers verlieten de stad; overal barstte tweedracht uit in heel Vlaanderen en in het bijzonder in de abdij van Drongen, 1393. Toch wist de abt nog eenige gebouwen te repareeren, sieraden en huisraad te koopen. Oct. 1395 verontschuldigt hij zich voor het generaal-kapittel en stelt den abt van Premonstreit als gevolmachtigde aan. Op een ongelukkige wijze kwam de abt om het leven. Hij voer 's avonds met een boot van Gent naar de abdij, toen een plotselinge storm het vaartuig deed omslaan en de abt en de schipper verdronken (31 Jan. 1397). Zijn lijk werd opgehaald en in de abdijkerk bijgezet.
Zie: Corpus Chron. Flandriae I 621-23; Potter en Broeckaert, Gesch. der gem. v. Oostvl. II 1e reeks, Drongen, 83-84.
Fruytier