[Janssen, Herman Guillaume]
JANSSEN (Herman Guillaume, zich schrijvende Jansen), hoofdingenieur der marine, geb. te Antwerpen 17 Januari 1816, overl. te 's Gravenhage 1 Juli 1910. Zijn vader was magazijnmeester der artillerie van het nederl. leger in garnizoen te Antwerpen; toen in 1830 de onlusten uitbraken, vluchtte het gezin aan boord van de korvet Proserpina, gecommandeerd door den kapitein ter zee van Maren, broeder van Hermans moeder. Zoodra mogelijk werd naar Delft verhuisd. Zijn broeder was Marinus Henry kapitein ter zee en staatsraad. Herman werd 15 Nov. 1830 geplaatst als adelborst van de mariniers bij het Kon. Instituut voor de Marine te Medemblik, waar hij nader bij den scheepsbouw overging; 9 Oct. 1835 geplaatst als leerling bij de constructie op 's rijks werf te Rotterdam; 14 Sept. 1839 benoemd tot élève-constructeur; 1 Juli 1840 tot onderconstructeur. In 1843 als ingenieur 2e kl. geplaatst bij de werf te Willemsoord; in 1851 als adviseur voor scheepsbouwzaken gedetacheerd aan het Departement van Marine, en Maart 1852 bevorderd tot ingenieur 1e kl. Hij was lid van de commissie onder voorzitterschap van Prins Hendrik om den minister voor te lichten omtrent enkele punten betreffende het zeewezen van den staat, ging 1 Aug. 1855 naar 's rijks werf te Vlissingen, en met April 1858 als hoofdingenieur naar Amsterdam. Hij werd in 1867 gecommitteerd naar Glasgow bij den bouw van gepantserd materiaal, en vandaar terugkomende geplaatst als hoofd van het vak van scheepsbouw bij 's rijks werf te Willemsoord, waar hij bleef tot zijn pensionneering op 1 Nov. 1881. Na zijn ontslag vestigde hij zich te 's Gravenhage.
Uit: Levensberichten van de Mij. der nederl. letterkunde te Leiden 1910-11.
Herman