vrais Tolérans en l' Apologie pour l' Apologiste des Tolérans, te onderwerpen. In de synode van Leiden (Mei 1691) werden 7 stellingen, aan deze geschriften ontleend, veroordeeld. Zij hielden in, dat de overheid niet het recht heeft andersdenkenden te veroordeelen, wanneer zij naar hunne overtuiging spreken; zij zijn dan zelfs niet schuldig voor God. De Staat moet hen dezelfde politieke rechten toekennen als aan de kerkelijk rechtzinnigen. Verdraagzaamheid is een eerste vereischte in een christelijk land. H. werd tot de volgende synode (Aug. 1691) in de bediening van zijn ambt geschorst en moest schriftelijk zijne instemming met de kerkelijke veroordeeling verklaren. Hij schreef toen: Remonstrances très humbles du Sr. G. Huet etc. (1694). In 1694 klaagde Jurieu H. opnieuw aan bij den Rotterdamschen kerkeraad en verkreeg dat hij zelf als rechter zou optreden. Bij die gelegenheid gaf H. een zeer heftig geschrift uit: Instruction pour M. Huet, Ministre appelant, de 2 actes rendus au Consistoire de Rotterdam fèvr. 1694. Contre Mr. Jurieu défenseur sur ledit appel.
Werken: Lettre écrite de Suisse en Hollande etc. (Dordr. 1690), anoniem verschenen; Autre Lettre écrite de Suisse en Hollande etc. (Dordr. 1690), anoniem (Jurieu viel dit werk aan in zijn Tableau du Socianisme); Apologie pour les vrais Tolérans etc. (Dordr. 1690) in antwoord op de Tableau du Socianisme van Jurieu; Apologie pour l' Apologiste des Tolérans (Dordr. 1690). Twee preeken: L'unique moyen de parvenir au ciel en Le Propiciatoire de la Nouv. Alliance. (Haag 1693). Met Beauval gaf hij in 1701 een nieuwe uitgave van de Dictionnaire van Furctière. Verder werkte hij aan 't register van Bayle's Dict. hist. Volgens Desmaizeaux (Vie de Bayle), die meestal geloofwaardig is, schreef hij ook nog, ten gunste van Bayle, met wien hij bevriend was: Lettre d'un des amis de M. Bayle aux amis de M. Jurieu.
Zie: Haag, La France protestante i.v.; Ypey en Dermout, Gesch. der Ned. Herv. Kerk III, 72, Aant., 47; de Riemer, Beschr. van 's Gravenh.; P. Bayle, Oeuvres IV, 640, 641, 656, 775, 794; Boekz. van Europa 1694, 351, 352; le Clere, Bibl. Univers. XVI, 302, 303, XVIII, 292; D.T. Huet, Notice sur G. Huet et sur ses descendants (1831) Copie van een manuscript; Teissèdre l'Ange, Souvenirs etc. (Amst. 1849), 19; Cd. Busken Huet, J. Saurin en T. Huet (Haarl. 1855) 51, 115 e.v.; J.T. Bergman, D.T. Huet (Leiden 1874), 5, 6; A.G. van Hamel, Cd. Busken Huet (Haarl. 1886), 5; F. Puaux, Les précurseurs franç. de la Tolérance au 17me s. (Paris 1885), 112 e.v.; E. Gigas, Correspondance de P. Bayle 408, 683; Liste des Egl. Wall. des Pays Bas et des pasteurs qui les ont desservies 32; Bulletin de la Société de t'hist. du prot. fr. 1861, 321, 322; Actes Synodaux, 1689, 1690, 1691, 1693, 1694, 1717; Actes du Consistoire de l' Egl. Wall. de Dordrecht 1690, 1691, 1693; Actes du Consistoire de l' Egl. Wall. de Rotterdam 1694.
Cler