[Guldenarm, Johan Anton]
GULDENARM (Johan Anton), geb. 16 Apr. 1852. te Engwierum, overl. 5 Juli 1905 te Vlaardingen. In 1881 werd hij te Utrecht bevorderd tot arts, na aldaar zijne medische opleiding te hebben genoten. Hij vestigde zich ook daar ter plaatse en werd assistent van den hoogleeraar van Goudoever, waardoor hij in de gelegenheid was zich te ontwikkelen als chirurg. Door hard werken, gepaard aan technische vaardigheid, slaagde hij er in het vertrouwen zijner ambt- en tijdgenooten te verwerven, zoodat hij als operateur zeer gezocht was. Zijne aanstelling als chirurg aan het Diakonessenhuis te Utrecht gaf hem de beschikking over een inrichting, die noodig was voor de uitoefening der chirurgie, zooals geëischt werd in dat tijdvak (1881-96). Vooral op het gebied der hersen-chirurgie werd hij door Dr. Winkler zeer gewaardeerd, indien operatief moest worden ingegrepen. 8 Oct. 1896 werd hij benoemd tot 1ste heelkundige aan het stedelijke ziekenhuis te Rotterdam, maar reeds op 1 Mrt. 1899 kreeg hij, op zijn verzoek, eervol ontslag uit die betrekking, omdat hij zich niet kon vereenigen met de opvattingen, die daar gehuldigd werden. Hij bleef gevestigd te Rotterdam en vond door zijne verbintenis aan de ziekeninrichting ‘Eudokia’ gelegenheid om aan zijne talrijke patiënten chirurgische hulp te verleenen in eene omgeving, die hij daarvoor geschikt achtte. Eene reeds langen tijd bestaande hartaandoening maakte plotseling een einde aan zijn werkzaam leven. Van hem verscheen eene enkele mededeeling, t.w. Bijdrage tot de hersenchirurgie, met A. Huysman en C. Winkler in Ned. Tijds. v. Geneesk., 1890, I, 637; hetzelfde met C. Winkler, Ibid. 1891, II, 217.
Een kort levensbericht van hem, door J.A. Korteweg, komt voor in het Ned. Tijdschr. v. Geneesk. 1905, II. 238.
Simon Thomas