[Glover, Joannes]
GLOVER (Joannes), geb. te Heteren 24 Juni 1759, overl. aldaar 14 Juli 1828. Hij was de zoon van eenvoudige landbouwers, en onderscheidde zich reeds van jongs af door buitengewone leergierigheid. Daar hem de gelegenheid tot geregeld wetenschappelijk onderricht ontbrak, ontwikkeide hij zich door eigen studie. Ten gevolge van ernstig onderzoek ging hij van de protestantsche tot de katholieke geloofsbelijdenis over en werd 21 Juli 1782 te Huissen in de kath. Kerk opgenomen. Na zijn huwelijk met Wilhelmina Sanders vestigde hij zich te Driel bij Arnhem. Hier bestudeerde hij o.a. de Kantiaansche wijsbegeerte, de meet- en sterrenkunde en de stuurmanskunst. Hij schreef verschillende verhandelingen over wetenschappelijke onderwerpen, en hield lezingen in geleerde genootschappen, vooral in ‘Prodesse conamur’ te Arnhem. In zijn omgeving stond hij als een geleerd, dienstvaardig en bedrijvig man bekend. Aan de staatkundige woelingen van zijn tijd nam hij levendig deel. Bij de omwenteling van 1795 werd hij lid van het ambtsbestuur van Overbetuwe, gecommitteerde van het kwartier Nijmegen op de Landdagsvergadering, door den Landdag namens Gelderland gecommitteerd in de Hoogmogenden, en later president van het intermediaire administratief bestuur der provincie. Na de inlijving bij Frankrijk was hij maire van Heteren-Driel, en bleef dien post nog lang na 1813 bekleeden. In den revolutie-storm had zijn godsdienstige zin veel geleden; toch bleef hij de belangen zijner geloofsgenooten, o.a. wat kerk- en armengoederen betreft, ijverig voorstaan. Op lateren leeftijd herleefde zijn kerkelijke gezindheid en trad hij in katholieke tijdschriften herhaaldelijk ter verdediging van den godsdienst op. Aan een naamgenoot Sir John Glover, inspecteur der engelsche
admiraliteit in Canada, met wien hij in briefwisseling stond, leverde hij de teekeningen eener nederl. ijsboot, die weldra op het Ontario-meer in gebruik werd genomen. Van zijn geschriften zijn mij de volgende titels bekend: Generaale cieringe op de wegen ... waterlossingen ... en medegangen, gearresteerd over den ampte van Neder- Betuwe. Nijmegen 1798. 4o; Advys van de Gecommitteerden ten landdagen uit het ambt Over- Betuwe over de requesten der Geldersche R. Katholijken aangaande de kerk- en armengoederen. Arnhem 1796. 8o; misschien hetzelfde als: Advies en Consideratiën, welke die van Overbetuwe door den burger J. Glover op den Gelderschen landdag hebben doen voorlezen, betrekkelijk de kerk- en armengoederen; Verhandeling over den oorsprong der vreemde delfstoffen, en het regenen van steenen, en over eene geschiedenis der menschheid naar de rede (Harderwijk 1805).
Zie: De Christelijke Mentor I, 478-85 ('s Gravenhage 1828).
van Miert