[Epkema, Ecco (2)]
EPKEMA (Ecco) (2), kleinzoon van den voorgaande en zoon van die volgt, werd 25 Mrt. 1835 te Amsterdam geb., studeerde eerst aan het athenaeum ald. in de letteren, later aan de hoogeschool te Leiden, waar hij 1864 promoveerde op een diss. Specimen litt. inaug exhibens Prosopographiae Juvenalis. Inmiddels was hij een tijdlang practisch werkzaam aan het instituut zijns vaders (zie beneden) en werd daarna tot rector der Latijnsche school te Zalt-Bommel benoemd. Na twee jaar die betrekking bekleed te hebben, zag hij zich 7 Juli 1867 tot directeur der toen opgerichte Rijks hoogere burgerschool met 3 jar. cursus dezer stad benoemd, waaraan hij 33 jaren als zoodanig werkzaam is geweest. 1 Sept. 1900 gepensionneerd, bleef hij te Zalt-Bommel wonen. Op noodlottige wijs eindigde hij hier zijn leven in de Waal, 21 Sept. 1905. Hij was gehuwd, doch had geen kinderen.
Geschriften van zijne hand vindt men in de Vad. Letteroefeningen, Onze Tijd, Tijdschrift voor Geschiedenis e.a. periodieken. Verder schreef hij een Chron. Overzicht der Alg. geschiedenis in verband met de gesch. der beschaving enz. (1870); een Historische almanak voor het jaar 1877; een Leerboek van de geschiedenis der Oudheid, met platen en afbeeldingen (1883); een Leerboek der Alg. Geschiedenis met platen en af beeldingen. 2 dln. (1884), benevens een Italiaansche Spraakkunst, uit het Duitsch vertaald (3de dr. 1883). Met M.J. Koenen bewerkte hij een Beknopt woordenboek der Grieksche, Romeinsche en Noorsche mythologie (1896).
Zuidema