[Duisberg, Jan van]
DUISBERG (Jan van), boekhandelaar-uitgever, in het laatst der 17e eeuw te Amsterdam werkzaam; vermoedelijk is hij kort vóór 't jaar 1703 gestorven. In 1657 gaf hij uit met het adres ‘Uyt de Boekwinkel van Jan van Duisberg, op de hoek van den Stilsteeg achter 't Stadhuis’, in 1680 luidt dit: ‘tegenover het Weeshuys in de Stapel Papier’. Behalve bekende uitgaven als Hooft's Dichtkunstige werken verz. d.J.v.d. Burgh (1657) was het vooral zijn eigen vertaalwerk, dat hij 't licht deed zien: De Perssiaansche Roosengaard, beplant met vermaaklijke Historiën enz. (1654) een bewerking van Saadi's Goelistân, waarvoor hij een Duitsche vertaling van Olearius gebruikte; vooraf gaan 2 lofdichten van zijn hand, onderteekend ‘Jonst Voor Daad’. Het verscheen te Amst. voor Jan Rieuwertsz en Jan Hendriksz. Zijn Toonneel der gedenkwaardigste Wonderen enz. (1657) een bewerking van Boaistuau's Histoires prodigieuses, was 't eerste dat hijzelf uitgaf. Dan volgt Dichtkunst van Jan Vos, verzamell door J.v.D. (1658) met een voorbericht van zijn hand. In 1680 begon hij aan zijn psalmberijming voor de Luthersche gemeente, een werk waardoor zijn naam lang is blijven voortleven. Eerst gaf hij een berijming van 85 der ongebruikelijkste psalmen: LXXXV Nieu gerijmde Psalmen .... op bekende en gevoeghelijcke sang-wijsen gestelt en gerijmt (1680) opgedragen aan de Luth. gemeente van Amst. en aan zijn neef, den Rotterdamschen predikant Meynardus Hoppe. In 1687 bood hij een volledige berijming aan het consistorie aan; er werden commissarissen benoemd, die tusschen den dichter en het consistorie moesten onderhandelen. Ondertusschen had hij 7
Jan. 1688 een 15-jarig octrooi van de Staten van Holland gekregen voor 't drukken van zijn bundel. Eerst 28 Nov. 1688 werd de goedkeuring en aanbeveling van den kansel voorgelezen. Het werk verscheen nu onder den titel: De CL Psalmen Davids, in nederduytsche Zang-verssen, oude en nieuwe rymen; begrypende d'oude, alle d'in gebruyk zijnde Psalmen, eertijds gerijmt door Willem van Haagt: ende de nieuwe, alle de buyten gebruyk geblevene Psalmen, onlangs van hare onbekende, op bekende Kerk-zangwijsen gestelt en gerijmt, door J. van Duisberg, aldus geheel op bekende zang-wysen. Beneffens alte de gewoone Geestelijke Liederen, ten dienste van de Christelijke Gemeynte van d'onveranderde Augsburgsche Geloofs-Belijdenis enz. T' Amsterdam, bij Jan van Duisberg in de Stapel Papier 1688. Het octrooi