[Crombalch, Allard Jansz]
CROMBALCH (Allard Jansz), geb. te Alkmaar waar zijn familie thuis hoorde. De naam Crombalch komt vóór Allard in geen enkel archiefstuk voor, zoodat hij mogelijk de eerste van zijn geslacht was, die dien familienaam aannam. Hij was zeeofficier bij de Admiraliteit van het Noorderkwartier, toen hij 26 Nov. 1623 huwde met de bekende Tesselschade, nadat deze, volgens het bruiloftsgedicht van Vondel (De ‘Tortsen van Alard Krombalck en Tesselscha Roemers’) hem, een mooien, volgens sommigen onbeduidenden man, dien Hooft steeds ‘Crommetjen’ betitelde, in de kerk gezien en zulk een indruk van hem ontvangen had, dat zij bewusteloos neerviel. Vondel, Hooft en Huygens schreven bruiloftdichten ter eere van de huwelijksplechtigheid te Amsterdam. Zij vestigden zich te Alkmaar, eerst in de Koorstraat, later in de St. Magdalenastraat en de Langestraat. Na zijn huwelijk schijnt hij ambteloos burger te zijn gebleven en uitsluitend voor zijn gezin te hebben geleefd; alleen is 't bekend dat hij sedert 1626 het ambt van regent van de huisarmen bekleedde. Ook was hij meermalen te gast in den Muiderkring, waar hij zich misschien niet altijd op zijn plaats gevoeld zal hebben en niet altijd even bereid was de uitnoodigingen van den Drost aan te nemen. 19 Febr. 1625 werd zijn dochter Taddaea of Teetje, 1628 Maria Tesselscha geboren, terwijl er 19 April 1631 een derdekind van hem te Alkmaar werd begraven. Drie jaar later, in 1634 stierf Teetje op 9-jarigen leeftijd aan de kinderpokken, den dag daarna C. zelf aan een bloedspuwing. Was een verblijf te Valkenburg in 1682, waarvan Hooft in een zijner brieven aan Tesselscha gewaagt, reeds noodig geweest met 't oog op zijn
gezondheid? (Brieven ed.