[Camstra, Foppe van]
CAMSTRA (Foppe van), zoon van Homme van Camstra en Eelck van Eysinga, geb. 1530. Hij onderteekende het smeekschrift der edelen 1567 en werd 11 Febr. 1568 door Alva gedaagd, om zich te verantwoorden. Hij was echter gevlucht, waarschijnlijk naar Emden en werd 8 Sept. 1568 door het Hof van Friesland verbannen wegens majesteits-schennis. Uit Emden schreven hij en andere ballingen een brief, om zich te verdedigen. Hij was gehuwd met Tjetske van Feytsma en had een zoon Homme. Voor zijne vlucht had hij te Deinum gewoond.
Zijn door een onbekende geschilderd portret in het museum te Leeuwarden.
Zie: te Water, Verbond der Edelen (Middelb. 1776) II 317; Groot Plakkaatboek van Friest. III, 727, 753.
Haak