[Boisot, Charles de]
BOISOT (Charles de), geb. omstreeks 1530, gest. 29 Sept. 1575, heer van Huysingen enz., oudste zoon van Pierre Boisot en Louise de Tisnacq, behoorde evenals zijn broeder Louis (zie hierna) tot den jongen brusselschen adel en was gehuwd met Maria de Fonseca. Hij nam ijverig deel aan het compromis maar aarzelde in het najaar van 1566 daarmede voort te gaan. Hij week in 1567 uit het land en werd door Alva's Bloedraad in 1568 ingedaagd en met zijn echtgenoot verbannen met confiscatie van goederen. Sedert sloot hij zich aan bij Oranje en vestigde zich te Keulen; hij diende dezen o.a. op een zending naar koningin Elizabeth (Oct. 1572). Hij nam evenals zijn broeder deel aan de vergeefsche pogingen tot ontzet van Haarlem en werd 17 Juni 1573 gouverneur van Vlissingen, na de verovering van Rammekens (3 Aug. 1573), waar hij met zijn broeder, den admiraal, samenwerkte, en na die van Middelburg en Arnemuiden in het volgende jaar ook van die plaatsen. Hij had minder succes in Waterland, waar hij het met Sonoy slecht vinden kon. Hij had als gouverneur der genoemde steden een belangrijk aandeel in de verovering en verdediging der zeeuwsche eilanden en in de organisatie van het bestuur in Zeeland, weldra als gouverneur van Walcheren, waar hij zich thans te Middelburg vestigde. Ook in de regeling ten opzichte der macht van den Prins in Holland en Zeeland (11 Juli 1575) had hij als lid der daartoe aangewezen commissie een belangrijk aandeel. Hij was ook een der door de Staten aangewezen gemachtigden tot den vredehandel te Breda (Maart tot Juli 1575). Vervolgens naar Schouwen en Duiveland gegaan om er de voorgenomen onderneming der Spanjaarden tegen Zierikzee te verijdelen, werd hij bij den overtocht der Spanjaarden naar Duiveland 29 Sept.
zwaar gewond, misschien door een kogel van een zijner eigen soldaten, en stierf aan zijn wonden; zijn lijk werd 6 Oct. in de Abdijkerk te Middelburg begraven. Oranje beklaagde zich zeer, dat hij had ‘perdu ung gentilhomme saige, diligent et aultant affectionné à nostre faict qu'aultre qui soit.’ Janus Dousa herdacht hem (Poëmata, 477). Hij liet geen kinderen na. Zijn weduwe hertrouwde met den zeeuwschen edelman heer Willem van Cats.
Vgl. over hem: Te Water, Verbond der Edelen II, 248 vlg.; Groen, Archives V. 282.
Blok