Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 40]
| |
Boas) gest. 27 November 1782 te 's Gravenhage. Van handelaar in goud en juweelen bracht hij het door kennis en vlijt tot eigenaar van een groot bankiershuis met Europeesche vermaardheid. Hij stond in voortdurende relaties met het stadhouderlijke Hof en verschillende duitsche hoven. Voor de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden plaatste hij leeningen. Tot het verkrijgen van meerdere rechten en vrijheden voor de joden in Holland zoowel als in het buitenland wendde hij meermalen energieke pogingen aan. Hij was de voornaamste bestuurder der Hoogduitsche Joodsche Gemeente te 's Gravenhage. Tobias Boas liet een groot aantal kinderen na van wie het meest bekend zijn zijn zonen Abraham en Simeon Boas, die het bankiershuis onder dezen naam voortzetten. In 1793 moest het zijn betalingen staken. Zie: De Hoogduitsche Joden te 's-Gravenhage van hunne komst iot op heden door D.S. van Zuiden. D.S. van Zuiden |
|