[Biebuyck, Willem van]
BIEBUYCK (Willem van), Bibautius, omstreeks 1484 geboren te Tiel in Gelderland of meer waarschijnlijk te Thielt in Vlaanderen, was de zoon van rijke en voorname ouders, overleed te Grande Chartreuse 14 Juli 1535. Reeds van zijne vroegste jeugd af werd hij naar de scholen in Leuven gezonden, waar hij groote vorderingen maakte. Later opende hij, bekend als een geleerde, zelf een school te Gent. Verschrikt door het inslaan van den bliksem, beloofde hij de intrede in de orde der Karthuisers, wanneer hij ongedeerd bleef. Hij vervulde zijne belofte en trad in het klooster der Karthuisers Val de grace. Na eenige jaren werd hij tot prior te Geertruidenberg gekozen en werd tevens visitator der Teuthonische provincie. Na den dood van P. Gerardus du Puits, generaal der Orde, werd Willem Biebuyck tot prior van La grande Chartreuse aan het hoofd der orde gesteld. Gedurende 13 jaar bestuurde hij het klooster en zijne orde met den grootsten lof. Paquot vermeldt zijn grafschrift en leert ons eenige zijner geschriften kennen, die in druk zijn uitgegeven.
Behalve eenige latijnsche puntdichten gedrukt in de uitgave van ‘Vita J. Christi per Ludolph. de Saxonia (Antw. 1618.) werden zijn ‘Sermones Capitulares’ gedrukt door de zorgen van P. Jud. Hessius prior van Erfürt, te Erfürt 1539 en opgedragen aan den generaal der orde, Jean Gaillard. Meerdere edities verschenen o.a. bij Jacques Meursius 1654, waarbij ook gevoegd waren ‘Conciones de plerisque praecipuis Festis.’
De preeken van Biebuyck zijn volgens den geest van dien tijd, plat en geestig.
In het Karthuiserklooster ‘Nieuwe licht’ herdacht men op 24 Juli het jaargetijde van den generaal Guielmus Bibaucii, in Rousse, Auctarium ad natales sanctorum werd ook op dien dag zijne gedachtenis gehouden.
Zie: Morotius, Theatrum S. Curtus. ord. Paquot, Mémoires VII, 301-305, Le Vasseur, Ephem. Ord. Cart. II 528 Bijdr. meded. hist. gen. IX (1886) 293.
Fruytier