[Beeloo, Adriaan]
BEELOO (Adriaan), inspecteur van 't Lager Onderwijs in de prov. Noord-Holland, geb. 20 Nov. 1798 te 's Gravenhage, overl. 4 Oct. 1878 te Rotterdam. Aanvankelijk bestemd om predikant te worden, zag hij zich door tijdsomstandigheden genoodzaakt van dit voornemen af te zien. Na eerst eenige jaren aan het Ministerie van Justitie werkzaam geweest te zijn, werd hij in 1824 tot onderbibliothecaris van de Kon. Bibliotheek benoemd en vijf jaar later tot lector aan het Instituut voor de Marine, destijds te Medemblik gevestigd. Deze betrekking bekleedde hij totdat die inrichting met de Militaire academie te Breda vereenigd werd. Hij begaf zich toen met der woon naar Amsterdam, waar hij in 1853 tot secretaris der Provinciale schoolcommissie benoemd werd. Toen in 1857 een nieuwe wet op 't Lager Onderwijs werd ingevoerd, waarbij provinciale inspecteurs met het schooltoezicht werden belast, was A. Beeloo om zijn toen reeds algemeen erkende verdiensten de aangewezen man voor deze betrekking in de provincie Noord-Holland. Nassau, Kroon, Van der Heim, Verheyen, Farncombe Sanders e.a. werden voor dat nieuwe ambt in andere provincies aangewezen, behoorden dus met Beeloo tot de eerste schoolautoriteiten van ons land in dien tijd (zie bedoelde artt. in dl. I, III en IV). Tot 1880 hebben die provinciale inspecteurs bestaan; in dat jaar werden zij door nieuwe inspecteurs vervangen, drie voor 't heele land (wet Kappeyne van 1878), zooals het thans nog is. In 1877, op bijna 80-jarigen leeftijd werd Beeloo eervol uit zijn betrekking ontslagen; het volgend jaar overleed hij. Een tiental jaren, van 1865 tot 75, was hij tevens lid van den Amsterdamschen gemeenteraad geweest.
Als letterkundige was Beeloo vele jaren lid van het dichtgenootschap ‘Kunstliefde spaart geen vlijt’, dat later een Haagsche afdeeling van de ‘Hollandsche Maatschappij van Fraaie kunsten’ is geworden.
Zijn portret is gegraveerd door J.P. Lange en gelithographeerd door A.J. Ennle.
Van zijn geschriften noemen we: Maria Tesselschade Visscher op het Slot te Muiden. Blijspel (1819); Tooneel- en Mengelpoezij (1820); Nederland in gebed tot God (1832); Frankrijk, Engeland en Nederland (1833); Gedichten (1836); 's Gravenhage, Een berijmd verhaal, met geschiedkundige aanteekeningen (1843); De instelling der Orde van St. Jacob door graaf Floris V in 1279 (1845); Godsoordeelen. Naar aanleiding der jongste gebeurtenissen in Frankrijk en elders (1848); 1572, 1672, 1772. Gedicht, voorgedragen bij het feest der 75ste verga-